Waarom,Wanneer,Wie,Waarvandaan en Wegens?

June 9th, 2012

Soms zou je wel eens precies willen weten waarom

Waarom, Wanneer, Wie, Waarvandaan , Wegens?
Vragen met een w, de w ook van west. Een van onze vier windrichtingen.

Korte Vijverberg t.o. nummer 3

Dus gaan we westwaarts naar de stad van mijn jeugd Den Haag. Vroeger een historische plaats, nu een gemeente met historische plekjes. Het verschil is ontstaan in eeuwen van breken en nieuwbouw, de laatste decennia heviger dan vroeger, maar het proces is al eeuwen bezig. Het decor verdwijnt, maar plekjes blijven.

HaagsAllerlei

Zo las ik onlangs op de vriendelijke website Haags Allerlei van Gera Nieland dat voor de aanleg van nieuwe riolering  resten van de oude Doelenpoort naar boven zijn gekomen. De schrik sloeg mij een beetje om het hart.
Graven in en om de korte vijverberg zou ook kunnen betekenen dat de windroos gevaar loopt. Ik vroeg het, maar kreeg natuurlijk de wedervraag: “Windroos?”

Pim Hofdorp

Opmerkelijk is dat, want ik ken dat gevoel. Duizenden malen loop je over de Korte Vijverberg, kijk je naar het huis Pauw op nummer drie, kijk je even naar het torentje, ach je kijkt overal behalve onder je voeten. Dat de windroos? gevoel had ik al in de zeventiger jaren. Toen las ik graag de boeken van Pim Hofdorp. Die schreef topografische misdaadromans die zich voornamelijk in Den Haag afspeelden en per verhaal steeds binnen een wijkkader bleven. De haastige detectiveroman lezer(es) vindt de boeken vaak een beetje zeurderig omdat Pim Hofdorp zeer breed uitgemeten schrijft over de plekjes in de stad en in zijn verhaal. Het is, nee was, bijzonder aantrekkelijk om de verhalen na te lopen en fictie en werkelijkheid met elkaar te vergelijken.

Enkele van de boeken heb ik destijds daadwerkelijk nagelopen waaronder “Dodemansbroodjes” . Hoofdstuk 12 gaat (deels) over de windroos.
“Hier moet het gebeurd zijn, juist hier op die windroos waarvan het van oudsher in de volksmond heet: oost-west  zuid-noord, hier werd een kind vermoord. Inderdaad liggen hier, in de huidige bestrating vier ouderwetse uit blauwsteen gehakte tekens, die samen een windroos vormen, waarschijnlijk afkomstig uit een tuin, die vroeger tot aan de vijver heeft doorgelopen.”

En inderdaad concludeerde ik in de zeventiger jaren, ze liggen er.

Maar een tuin die doorliep tot aan de hofvijver, dat heeft mij sindsdien toch wel bezig gehouden. Wanneer was dat dan? De Korte Vijverberg is er al zo lang. Wat was dan de reden dat lang na die tuin de resten van een fontein of zonnewijzer eeuwen zijn blijven liggen? Iedere oude plaat van Den Haag die ik zag keek ik er op na, maar nimmer zag ik een tuin die doorliep. Ja op heel oude gravures en plattegronden waar nog sprake is van de knollentuin, liep die knollentuin (moestuin van de Graaf en nu bekend als het Plein) wel verder door. Maar zover? Ik wist het niet.

Wel maakte ik mij zorgen toen ik las van het opgraven van de middeleeuwse Doelenpoort. Ze zullen toch niet…
Neen, het graafwerk zit meer aan de andere kant van de straat, gelukkig maar. Toch startte ik sindsdien weer wat gezoek naar de oorsprong en kon helaas niets vinden. Hier en daar wordt hij wel vermeld, maar zeer summier en nimmer verklarend. Wat kan het toch zijn?

Rond de Hofvijver

Zomaar toevallig was ik in een kringloop tussen de boeken aan het neuzelen en vond daar; Rond de Hofvijver, de levendige historie van de hofstad door Jacques R.W. Sinninghe. Een man die zich jarenlang verdiept heeft in sagen, overleveringen en dies meer zei en daar tientallen boeken over schreef. Wie schetst mijn verbazing als ik op blz. 15 het volgende lees:

Aan de Korte Vijverberg verschenen nog een vijftal patriciërshuizen, waarvan vooral nummer drie, waarin sinds 1913 het kabinet van de Koningin is gevestigd, onze aandacht trekt. Bij de vijver, voor dit huis, liggen een viertal kompasstenen: S(uyt), W(est), O(ost) en een kompasnaald die naar het noorden wijst. De overlevering verhaalt, dat onder deze stenen een kind, dat aan de vijver werd gedood, met uitgestrekte armen begraven ligt. Oude Hagenaars (van toen en nu dus reeds lang niet meer onder ons) zullen zich misschien het rijm herinneren
dat hierop betrekking heeft.

Oost, West, Zuid, Noord
Hier ligt een kind vermoord

Deze stenen zijn waarschijnlijk afkomstig uit de tuin van dit huis, waar zij aan een fontein of zonnewijzer waren aangebracht. Het huis was natuurlijk weer gebouwd voor een rechtsgeleerde, Dr. Reynier Pauw, President van de Hoge raad en wordt daarom het huis Pauw genoemd.


Het verklaart m.i. beter de ligging van de windroos dan de stelling dat een tuin zou hebben doorgelopen, maar waarom die moeite om deze blauwstenen (het zijn er met de middensteen 5) uit de tuin te halen en daar te plaatsen voor zomaar een kind dat daar werd vermoord? Is er wellicht een verband met de vermoorde en het huis Pauw? Dat lijkt dan voor de hand te liggen maar de genealogie van Pauw verklaart dat niet direct. Dat het kind er begraven ligt klinkt mij ook niet waarschijnlijk in de oren, wel heeft zij wellicht na de moord er zo bijgelegen. Onwaarschijnlijk dat het een herinnering is aan een vervlogen moord is het niet, dat werd en wordt wel vaker gedaan. Aan de overzijde van de Vijver ligt immers een ovale gele steen, die zou herinneren aan de moord op Aleid van Poelgeest op 22 september 1392. Ook heden ten dage zie je her en der bloemen en foto’s bij bomen ter herinnering aan een ongeluk dat iemand het leven heeft gekost. Ik ga er van uit dat het ons herinnert aan iets dat we moeten herinneren, maar we zijn helaas vergeten wat. Een vermoord kind, het zou prima kunnen, maar gissen hebben we niet veel aan, dus zoeken we nog door. In de tussentijd hopend dat de stenen er nog lang zullen liggen.

Geraadpleegde boeken Dodemans Broodjes – Pim Hofdorp (Haagse mysteriereeks 2e druk 1962
Rond de hofvijver (de levendige historie van de Hofstad – Jacques R.W. Sinninghe  1970

Foto: Google Maps

Het Gamma van het menselijk benul

May 11th, 2012

Beste beste mensen.

U weet ik denk graag na over de dingen die ons bezig houden. Vaak schrijf ik dat dan ook op. Niet alleen mijn conclusies, keurig net gegoten in een meeslepend verhaal, nee ik schrijf het graag op zoals het door mijn hersens jaagt. Dat houdt helaas in dat je soms wreed hard je best moet doen om mij te volgen, ik weet het.

Vandaag haal ik maar eens een oud verhaal op, dat ik al in 2008 schreef.  U vindt het door te zoeken op “mij is de klomp gebroken”  op deze blog. Het gaat over de gloeilamp, een dingetje waarvan mijn hart nog steeds sneller gaat kloppen. Een simpel en licht product, goedkoop en het straalt een hoop warmte en licht uit. Ik vertelde in die blogpost over de gloeilamp en al die energie die we tegenwoordig besparen door het gebruik van spaarlampen en LED’s en weet ik al niet meer. Ik kwam tot de conclusie dat een huishouden inderdaad flink bespaart als je de aanschafkosten uitsmeert over de levensduur van deze lamp en dat vergelijkt met de  in die periode verbruikte  energie om dat te doen wat we zo graag willen. Ik vertelde er ook bij dat als je het hele traject er bij neemt, van grondstofwinning tot en met het verwerken van het als KGA ingezamelde afvalproduct, we waarschijnlijk noch kosten noch energie besparen. Dus kijk je naar de portemonnee van de gemiddelde huisvrouw, dan bespaart ze. Kijk je of de wereld er mee opgeschoten is, dan mag je het betwijfelen. Van de huisvrouw kreeg ik geen gelijk, de neus keek toch niet verder dan de eigen portemonnee. Van fabrikanten kreeg ik ook geen gelijk,  hetgeen verklaard kan worden uit de hogere winstgevendheid op alternatieve lichtbronnen. Goed geen gelijk gekregen dus, ik kan er mee leven. Per slot kan ik nog wel een tiental jaren door met mijn voorraadje gloeilampen, dus beste mensen veel geluk ermee. Gloeilampen zijn verboden, dat is goed voor het milieu en daar zijn we allemaal goed mee. U wilt het geloven en goed hoor, u doet uw best maar.

Toch stip ik het nog even aan, want ik zat net op de “doos” te bladeren in een Gamma foldertje en nu is mijn andere klomp ook nog gebroken. Het moet toch niet gekker worden. Ik ga niet mijn oude blog herhalen, maar als gezegd wordt dat de energie die in een gloeilamp gestoken wordt voor slechts ongeveer 15% wordt omgezet in licht en de rest in warmte heeft u nog steeds volkomen gelijk. Als u zegt ongeacht wat er met die warmte gebeurt, het verlies is, want het ging u om het licht, ach ik kan er mee leven. Als u slim zegt het rendement is slecht, oké, van die zijde bekeken, goed zoals u wilt. Maar of een rendement nu slecht is of goed, een rendement is er altijd. Een rendement van 85% of 90% wordt over het algemeen gezien als goed, al gebeurt er dan met 10 tot 15% iets anders dan de bedoeling was, maar niks voor niks.

Goed onthouden, rendement is er altijd!

Volgende stap is een stapje terug in de tijd. De grote verandering in huishoudens in Nederland is toch wel de overstap van zeil met kleedjes, via JABO naar vaste  vloerbedekking van muur tot muur. De zwabber, de bezem, de dweilen de matte(n)klopper, langzaam aan werden ze vervangen want we hadden er niet meer zoveel aan. Waar we wel wat aan hadden was de stofzuiger. En zo zijn we dan uiteindelijk aanbeland bij het onderwerp dat direct voor het eerst bij de naam is genoemd. De stofzuiger. In de beginperiode van vloerbedekking een slede stofzuiger en een steelstofzuiger.

Erres Torpedo SZ175 (Museum Rotterdam)

Momenteel heb ik zeven stofzuigers in huis waaronder een ge-erfde 60-er jaren Nilfisk de “stoere Noorman” uit Zweden, kwalitatief gezien en qua prestatie de beste van de zeven, en dat met zijn 300W.  Het huwelijkscadeau door mijn ouders gegeven, een Miele, heeft het lang volgehouden met zijn 800W en niet afnemende zuigkracht bij voller wordende stofzak. Daarna werd het Holland Electro, Bestron, Bauknecht en vele andere met als rode draad een steeds toenemend vermogen. 1000W, 1200W, 1600W, 1800W en verder. En vandaag op de “doos” gezien in het foldertje van de Gamma,  een Wafes stofzuiger van maar liefst 2400W.

2400 W maakt dat een uurtje stofzuigen overeenkomt met het laten branden van 24 stuks 100W lampen gedurende een uur, of vijf stuks 60W lamp 8 uur. Ofwel een uur niet stofzuigen met een stofzuiger van nu, is drie dagen gratis je huis verlichten met de verboden gloeilampen van toen. Met de ene hand energie besparen en met de andere het  over de balk gooien. Je zou kunnen zeggen dat door de ontwikkeling van de vloerbedekking (action back en zo) het steeds meer vermogen vraagt om stofjes in uw stofzak te krijgen. Vreemd genoeg presteert de Nilfisk met zijn 300 W ook prima en waarschijnlijk door zijn slimme ontwerp van stofverzameling en zuigmond nog veel beter ook.

Het betekent dat iemand die milieubewust zijn hele huis heeft volgehangen met spaarlampen, het met het stofzuigen weer verknalt. Met dat milieubewust zijn valt het dus wel mee. Gelukkig maar voor al die “ik zeg doen” energie maatschappijen, want zij varen wel met uw verbruik. Naast de idiotie van milieubewustheid wil ik u ook even wijzen op mogelijke gevaren want er loopt door uw stofzuigersnoer (oprolbaar en dus dun) wel 10A . Mijn vroegere vakbroeders (de vonkenboeren) die nog weten wat Q=IkwadraatRt  is, kunnen u haarfijn uitleggen wat daar de effecten van zijn.

Als het u hetzelfde is, ga ik nu even stofzuigen, met mijn 300W stoere Noorman natuurlijk
en als het te donker wordt, doe ik er lekker een gloeilampje bij aan en ben ik veel zuiniger en milieuvriendelijker dan U.

 

 

Frickedil

April 26th, 2012

Simon Ploeg bakt oliebollen dec. 1961

Een frikandel (tot 2005 in het Nederlands officieel gespeld als frikadel) is in België en Nederland een langwerpige, donkergekleurde staaf van verschillende soorten vlees die warm gefrituurd wordt gegeten. In Vlaanderen wordt soms de oude betekenis gebruikt: een in de pan gebakken, veelal afgeplatte, gehaktbal.

Zo althans begint Wikipedia te schrijven over onze cholesterolstaaf, het zal wel. Verder schrijven ze dat het een uitvinding is van de Dordtse slager de Vries die het geen gehakt mocht noemen en daardoor leentjebuur speelde in vervlogen tijden en zo op frikadel kwam. Dat we vroeger  de gehaktbal frikadel noemden mag echter naar het rijk der fabelen, we noemden het frikkedil. Of het net zo smakelijk was als ons huidige stukje slachtafval, ik weet het niet. Ik heb wel een recept dat ik u niet zal onthouden. Maar er is een probleem en dat is de krop sla. Onze huidige krop is een soort plofkrop die gekweekt wordt met een soort CO2 kanon. Hij ziet er prachtig uit, maar eigenlijk kun je hem alleen rauw eten. De krop stoofsla is helaas ver te zoeken.

Maar genoeg gekwezeld, hier is het recept in min of meer de  oorspronkelijke spelling.

Frickedillen in Krop-salaet

  • Neemt gehackt Kalfs-vlees met Kalfsvet wat vetter als ordinaris
  • En dat wel ghekruydt met Noten en een weynigh Foelie
  • Peper en Sout naar behooren
  • Kneet wel onder een
  • Neemt dan soo veel  van de malste Kroppen Salaet als ‘t u belieft
  • en suyvert die van de buytenste bladeren en dan schoon uytgewassen
  • en de Krop van binnen de bladers wat open gedaen
  • Neemt dan sooveel Eyeren als ghy Kroppen hebt
  • Maeckt oock soo veel Frickedillekens en doet in ‘t midden van yder den door van een ey
  • Leght dan in de Krop en bindt hem met een draet toe
  • En als ‘t water koockt
  • doet ‘et in de pot als het gaer is
  • Kondt dan in ‘t sop en weynigh fijn gestooten Beschuyt doen
  • en wat Boter
  • wat Kruys-besien of onrijpe Druyven
  • Verjuys naer elck sijn believen

Eerlijk gezegd lijkt het meer op soepballen maar goed, ik wil het graag proberen maar naast het probleem van de sla is er het probleem van de Noten. Nootmuskaat is het niet want men spreekt in een ander recept over Muskaten, dat dienen we nog uit te zoeken.(Coquinaria.nl zegt dat het Nootmuskaat is)  Verjuys lijkt raadselachtig maar is het sap van onrijpe druiven dat als een soort azijn wordt toegevoegd. Wijnazijn lijkt dus een goede vervanger.  Met “den door van een Ey” is onmiskenbaar de dooier bedoeld. Volgens een onder deze bijdrage genoemde website dient u de dooier eerst te koken, volgens mij is het een avontuur omdat juist niet te doen.

De frickedil heeft dus maar weinig van doen met een frika(n)del waar fijngemalen onze halve veestapel in zit verwerkt. Rund,paard,varken maar meest (plof) kip.

Ik zou zeggen doe eens ouderwets en probeer het, dan geniet ik intussen nog maar wat meer van onze oude spraeck.

Bron; De oud-hollandse keuken W. Forbes en een stukje inleiding van Wikepedia.

Meer over dit specifieke 17e eeuwse recept leest u op coquinaria.nl dat overigensniet als bron gebruikt is.

Foto: Simon Ploeg oudjaar 1961 oliebollen bakken. Het raampje achter hem is reeds eerder beschreven in  http://www.ploeg.ws/wordpress/?p=317.

 

Almachtig?

March 27th, 2012

 

Even de almachtige gespeeld in het weekend.

Verleden jaar op een mooie zonnige zondag, niet wetend wat te doen eens een vlooienmarkt bezocht. Tussen de standaard potjes en vaasjes vond ik bovenstaande puzzel. Een relatiegeschenk van de Rabobank . Ik denk uit 1980 want op de doos staat “Het “Kurhaus 25 jaar geleden”. De foto is inderdaad midden jaren 50.

Dit weekend, met een zieke in huis, deze puzzel maar eens gelegd. een rustig dagje en dat mag best na alle IT-perikelen van de laatste tijd. Toen ik de puzzle aan het leggen was voelde ik mij almachtig. Langzaam maar zeker kwamen onder mijn handen het originele Kurhaus, Palais de Danse, Het Kurhauscabaret,  het Oranjehotel met daarin de jazzclub van Ted Easton, het zeewateraquarium, Palermo en de nachtclub “Ma belle amie” van de Tee Set weer tot leven.  Het zonnige en goed bezette strand, de gezellige terrasjes zijn gebleven, de rest uit mijn opsomming is weg of zoals het Kurhaus geen schim meer van wat het was.

Het doet een beetje denken aan Panorama Mesdag waar de vrouw van Mesdag het oude Scheveningen schilderde. Destijds(jaren 70)  waren er nog twee gebouwen die op het schilderij ook voorkwamen. Terwijl de herinneringen bij elk puzzelstukje terugkomen, droom je lekker weg in het voorjaarszonnetje achter glas.

Als eindelijk de puzzel zover gevorderd  is, dat alleen het zandgele strand met de duizenden mensen nog moet, neemt snuffende dochter het over. Met engelengeduld past ze de stukjes ineen. “Pas op dat je geen zand in je haren krijgt” en “heb je, je emmertje en je schepje?”  zijn de flauwe zondagmorgen grappen. Aan het strand in de zon en toch lekker thuis. En dan is de puzzel klaar!

Mijn vingers gaan over de stukjes naar de jaren 50 auto’s. Dat waren nog eens bolides. Een vrouw met kind in de kinderwagen loopt over de zeekant, het kind is nu ongeveer mijn leeftijd. Hoeveel van al die mensen op het strand, straat en op de terrasjes zouden nog leven? Restaurant de Rotonde, bestaat het nog, vraag ik me af en via Google afbeeldingen zoek ik een vergelijkbare foto. Neen, de Rotonde is nu trap naar het Kurhausplateau. Ik speur verder op de tekening. Behalve Kurhaus (gruwelijk vernieuwd dat wel) en  helemaal links op de achtergrond een gebouw dat er nu ook nog is, maar waar ik nooit binnen ben geweest. Het is de strafgevangenis. Verder lijkt het op niets meer, de nieuwbouw heeft behoorlijk toegeslagen. Welk gebouw van nu je ook bekijkt, het brengt geen zon, strand en zee gevoel bij je naar boven. De oude foto doet dat  wel. Was ik in het echt maar almachtig, dan kwam de sloper en daarna de bouwer.  Allure kan terugkomen. Is het nu helemaal weg? Dat oude Scheveningen?  Neen hoor, her en der zijn nog plekjes te vinden zoals o.a. het gezellige familiehotel Mimosa aan de Rijnstraat, midden in een onaangetaste woonwijk. Het oude Scheveningen gevoel is gewoon wat teruggeweken. Maar ondanks die restanten hier en daar, een restauratie van het oude Scheveningen als Haagse kustplaats zou mij meer dan welkom zijn.

De duinheks

March 21st, 2012

De Duinheks

Mensen die mij kennen, kennen mij als een enorme bewaaraap. Ik kan maar moeilijk afscheid nemen van veel zaken die een ander allang weg zou hebben gegooid. Het is een beetje een doelstelling in mijn leven geworden.  In die doelstelling word ik ondersteund door gebeurtenissen van bijv. 17 april 2005. Een dag eerder vierde ik mijn 50ste verjaardag en Frits Philips zijn honderste. Ik zou uit handen van burgmeester Sakkers een penning (Fritsje) krijgen dus voor familiefeestje was geen ruimte. Nou waren er toch wel veel mensen jarig die dag, dus Sakkers heb ik slechts vanaf een afstandje gezien, slechts drie penningen reikte hij uit. Je wilt toch als burgemeester niet overwerkt raken. Mijn penning werd mij aangereikt door door een vrouwelijke wethouder uit het college althans iets dat daar op leek. Zowel de wethouder als de uitreiking bedoel ik want half toewerpen is toch wat minder feestelijk te boekstaven in de memorie als uitreiking. Het familiefeest werd een dagje uitgesteld naar zondag. Hoogtepunt op deze verjaardagen waren altijd het bezoek van mijn moeder. Zelfstandig als ze was kwam ze altijd met de trein op een van de vrij reizen dagen.

Om een uur of half één kwam ze dan altijd aan op perron 1 en wandelden we met wat rustpozen naar de auto voor het station. Niet die dag op 17 april, want dat was ook de dag van Feyenoord – Ajax en dat liep uit op één grote rommel in Rotterdam. Het goede mens was gestrand op Centraal en kon niet meer voor of achteruit. Uiteraard belde ik mijn Haagse broer of die haar weer op wilde halen maar deze broer bleek juist op die dag naar het museum te zijn in Den Bosch waar een tentoonstelling was over het leven in de zestiger jaren.  Viel ontzettend tegen die tentoonstelling, er was maar weinig aanwezig. Er bleek  gewoon niet genoeg materiaal voorhanden uit die periode om een echt mooi overzicht te krijgen. En dat is precies het doel van mijn eigen Collection Generale. Het vangen van de tijd en daarmee werken aan de museum collecties van de komende eeuwen. Per slot heeft iemand ook de Nachtwacht gekoesterd, daarmee zijn vrouw trotserend. “Wat moet je toch met dat monsterlijk grote ding, gooi weg dat stofnest”.

En al die dingen die ik heb zijn natuurlijk niet compleet zonder bijpassend verhaal. Onderzoek van de collectie heet dat in museumtaal. En inderdaad ik erger me gruwelijk aan musea die het presteren om naast een Hollands Landschap met molen een verklarend bordje te hangen zonder onderzoek. Leesbril opdiepen dus, glazen schoonwrijven, lichtelijk voorover buigen en de tekst lezen.  Landschap met molen, onbekende meester ca 17e eeuw. Goh denk je dan, dat ze dat allemaal weten. (spottend ironisch). Je bergt je leesbril op om hem niet meer uit de koker te halen.

En zo mijmeren we steeds verder van de titel van dit stukje weg. De Duinheks. De Duinheks is een boek van Johannes Cornelis Kievit. Ook wel bekend van Dik Trom. Ik heb het boek gekregen ergens begin jaren zestig voor een verjaardag. Welk familielid of kennis me hiermee verblijdde, ik weet het niet meer. Wel weet ik nog dat het een poosje ongelezen is gebleven, maar toen ik het oppakte heb ik het ook in één adem uitgelezen, wát een spannend boek.

De Duinheks is een in 1913 geschreven historische jeugdroman. En zoals het een goede historische roman betaamt is de referentialiteit van de tekst uiterst delicaat. Ofwel wat is empirisch en wat is fictie. Huidige historische romanschrijvers herkennen daarbij ook nog  wel het probleem van het verhalen over vervlogen tijden voor een hedendaags lezerspubliek. Je moet er voor zorgen dat je lezer de overstap tussen heden en verleden kan maken, en soms vraagt dat om accenten van uitleg. Dat is cultuur in de breedste zin van het woord. Het leven van alledag, transportmiddelen, wat we aten en he we dat kookten, hoe we omgingen met de dood etc. En dat maakt dit boek anno 2012 z0 interessant. Een verhaal dat speelt in 1813, geschreven in 1913 (met het honderdjarig pespectief van toen) en nu (ja ik schaam me er niet voor, met veel plezier herlezen in 2012.

Het boek eindigt met de verjaging van de Fransen en de komst van onze eerste Oranje koning. In het verhaal speelt onder andere van Hogendorp een rol, een van de basisleggers van het hedendaagse Nederland. De andere zijn Van der Duyn en van Limburg Stirum. Het boek verhaalt van een vissersfamilie in de buurt van Kattik (Katwijk) en speelt deels aan zee, in de duinen, in Den Haag, in Amsterdam en daar tussen in. De Fransen hebben als regel gesteld dat de vissersboten voor donker weer in de haven terug moeten zijn (om smokkel met de Engelsen te voorkomen).  Daarmee ligt de vloot grotendeels stil, voor de kust is niet veel te halen. Armoe troef tenzij je er in slaagt koffie en tabak te smokkelen vanaf Engelse vaartuigen dicht onder de kust. Het vissersgezin bestaat uit vader, moeder en twee zoons en als vader en oudste zoon betrapt worden nog slechts uit moeder, die het allemaal niet meer kan verkroppen en de jongste zoon die zich gaandeweg als koerier inzet. Nederlanders in een door de Fransen bezet Nederland op weg naar de vrijheid en naar ons Nederland van alledag.

Volgend jaar november 2013 is het weer zo ver. Iedere 50 jaar herdenken we 1813. Volgend jaar zal Prins Willem-Alexander (of Koning Willem, wie zal het zeggen) op zijn beurt landen op Scheveningen zoals Willem Frederik 200 jaar eerder dat als eerste deed. Het is dus een prima voorbereidingsmoment voor scholen en geinteresseerden om ons eens diep in te graven in het leven van alledag toen. En dat kan prima met “De Duinheks”.  Nog volop tweedehands verkrijgbaar, voor wie kan googlen en wellicht is er een uitgever die met een (ongewijzigde) heruitgave wil komen. Een echte aanrader of in termen van 1813 “ene egte aenrader”.

Om het verhaal af te maken, ik ben uiteindelijk zelf afgereisd naar Rotterdam Centraal om moeder te ontzetten. Een feestelijke dag die niet feestelijk was, nooit meer opnieuw gedaan kan worden. Maar laten we niet terugkijken naar 2005 maar naar 1813 en vooruit naar 2013.

 

Overvallen bah wat grappig

March 14th, 2012

De woorden uit de titel hebben natuurlijk niet veel met elkaar te maken, toch vielen ze in combinatie uit mijn toetsenbord voor een reactie op een Eindhovens dagb lad blog.  Het is natuurlijk helemaal niet grappig om overvallen te worden, maar toch zijn er wat randverschijnselen die in combinatie met mijn humor het woord grappig niet helemaal als onterecht krijgen toegewezen.

Vertel, denkt u dan en dat is mooi want daar hebben wij deze blog voor.

plantjes water geven

We spreken alweer over een aantal jaren geleden, dat wijlen mijn moeder een hartaanval had gekregen. Als een goede Florence Nightingale (blijkbaar mijn bijnaam in de familie) heb ik mijn moeder dagelijks bezocht, sliep in haar huisje en toen ze weer thuis was haar even op krachten gebracht. Ik deed dat graag en vind het reuze jammer dat het nu niet meer kan. Maar ik verkeerde toen zogezegd als mantelzorghulp in Den Haag in hartje zomer.

Die zomer besloot mijn in Amsterdam woonachtige dochter onverwacht op vakantie te gaan en vroeg mij de plantjes van haar en die bij een vriendin van haar water te geven. Dat had zij aan die vriendin beloofd en kon nu door haar eigen min of meer spontane vakantie niet meer aan de verplichtingen voldoen. Tja, daar zijn dus vaders voor. Aan mij dus de schone taak in Amsterdam aan de andere kant van het land,bij iemand die ik niet ken, nooit gezien heb, binnen te dringen teneinde de plantjes te bewateren. Zoiets staat mij wel altijd tegen, in een vreemd huis.

Mijn Eindhovense dochter kwam oma bezoeken en kon mij direct de reservesleutels van het Amsterdamse hokje van mijn dochter brengen. Daags erna wilde ik snel even tussen de bezoekuren in naar Amsterdam en vond dat openbaar vervoer best een keertje kon. Met lijn 6 ging ik naar centraal en kocht mij daar aan zo’n vreselijke gele machine een kaartje. Helaas werd mijn pincode afgekeken, wie plaatst die dingen zo naast elkaar  en een man met krullen begon te roepen dat ik geld had verloren. Ik voelde meteen nattigheid en hield zonder om te kijken mijn ogen gericht op de automaat en hield mijn hand op de pasjes gleuf. De krullebol bleef maarr roepen en begon ook aan mij te trekken. In een onbewaakt ogenblik ben ik toen toch mijn pas kwijt gespeeld. Binnen het kwartier had ik Leeuwarden aan de lijn om te blokkeren, maar ondertussen was al 1000 euro gepind en op het moment van telefoneren werd bij de bank aan de buitenkant nog eens 250 euro gepind. Dat was niet meer te stoppen dus de schade bleef  redelijk beperkt tot 1250 euro en de kosten van een retourtje Amsterdam, want het kaartje was ondertusssen ook uit de automaat verdwenen.  Aangifte doen moest op een ander station en nam nog al wat tijd in beslag, zodat van Amsterdam niet veel meer terecht kwam.

De volgende dag kwam mijn dochter weer en hebben we nu veiligheidshalve met de auto de tocht naar Amsterdam gemaakt. Ten huize van mijn dochter waren de planten ondertussen in een deplorabele staat. Van de eens zo fiere citroengeranium was niet veel over. Op zoek dan maar naar het huis van de vriendin. Dat huis bleek uiteindelijk in een straat te staan, waar je het liefst de auto mee naar binnen zou nemen. Nadat we de post achter de deur vandaan hadden gingen we op zoek naar de plantjes. We hebben er geen gevonden, wat er in het huis ook stond er was geen plant te bekennen.

Later bleek dat het een grapje was. Moet ik je planten verzorgen?  Ja, geef jij mijn plantjes maar water! Een dure grap uiteindelijk, al was de Postbank zo aardig om de 1250 euro uit coulance terug te storten. Volgens hun omdat ik er met blokkeren snel bij was, volgens mij omdat ik stelde dat ik nimmer toestemming had gegeven om meer dan 250 Gulden als dagmaximum te pinnen. Dat had de bank stilzwijgend zelf gedaan. Sindsdien heb ik ook een extra rekening met pasje met een klein bedrag erop en een limiet van 0. Toch koop ik steevast (als)  ik met de trein ga een kaartje aan de kassa. met die 0,50 koop je toch wel heel wat ellende af.

Voor de planten van iemand zorgen heb ik sindsdien ook niet meer gedaan, maar mensen die nood hebben aan planten bewaterende hulpdiensten heb ik een tip. Die tip valt op www.3xploeg.com te lezen (menu Ed, dan groene vingers en het stuk over de capillaire hevel opzoeken).

Als afzwaaier op het eind, is nog te vermelden dat de aangifte werd gedaan bij de spoorwegpolitie op het station Hollandsspoor. Bij onze familiestukken zit een foto van een Ploeg (grootvader of overgrootvader of oudoom) in het telegraafkantoor. Volgens mij op het station Den Haag HS, maar het Haagse  Gemeentearchief twijfelde of dit inderdaad betrekking had op dit station omdat de raampartijen niet helemaal klopten. Onlangs ontving ik een mail van het Gemeentearchief. De ambtenaar was op het station en nieuwsgierig geworden heeft ie heel het station gescand en de locatie gevonden. Het bleek de ruimte te zijn waar ik mijn aangifte heb gedaan.

 

Als u dit nu even leest, geef ik ondertussen de plantjes water. (die van mijzelf natuurlijk)

 

Job Cohen, iedereen telde af.

February 22nd, 2012

Ik  weet het, dit lijkt landelijke politiek, maar meer dan dat is het, het thema van omgaan met elkaar.
En dus heb ik het toch over Cohen en zijn terugtreding.
We schrijven 2010 voor de landelijke verkiezingen. Bekend wordt dat het CDA wederom aangevoerd gaat worden door Balkenende en de PvdA door de Amsterdamse burgemeester Cohen.

Ed Ploeg in een tijdperk van voor Trots op Niks en toen nog actief binnen de beweging van Verdonk twittert direct “Dat wordt tactisch stemmen mensen”. Want Nederland was Balkenendemoe en deze man met zuur en zoet volledig zat. Aan de andere kant was het vooruitschuiven van Cohen door Bos op een vergelijkbare manier als jaren eerder o.a. Brinkman de kiezer een doorn in het oog. Daarnaast was er buiten de Pvda kringen absoluut geen mededogen. Cohen is niet de premier voor ons allen en zal dat ook niet worden.

Het Twitterbericht werd niet in dank afgenomen, het was in feite een oproep om Rutte te stemmen en niet Verdonk. Dat kon ook niet anders. Verdonk is een betere politica dan Rutte politicus, zonder meer.

Maar haar organisatie rammelt als een Oostduitse bus in Leipzig, bovendien zijn er op de lijst geen kandidaten die je een grote rol zou kunnen toebedelen.

 

Rutte was dus de enige mogelijkheid om zowel Cohen als Balkenende uit het Catshuis te houden. Het zou echter wel betekenen dat de handen ineengeslagen moesten worden. Sinds de grote oorlog was het nog niet voorgekomen dat de liberalen als grootste uit de verkiezingen kwamen. Het werkte, nipt weliswaar, maar de VVD werd de grootste partij en dus was er de eerste keus om de MP te mogen leveren.

 

Een kabinet vormen was een heel ander chapitter natuurlijk. Want dan moet er een coalitie gevormd worden. Balkenende begreep dat het land hem had uitgekotst en stapte op. Een toch nog zeer wijze actie want hiermee maakte hij voor het CDA de weg vrij om onderhandelingen uberhaupt mogelijk te maken. De PvdA bleef echter vertrouwen houden in Cohen en zette daarmee de partij buitenspel. Een regering met een PvdA onder Cohen zou niet gevreten worden. PVV had ook behoorlijk aan stemmen gewonnen, maar er is een probleem. Ook Wilders wordt door niet PVV stemmers niet erg gewaardeerd (zachtgezegd) en de PVV is daarnaast buiten Wilders volkomen leeg. Geen enkele PVV-er achter hem moet in staat worden geacht meer te kunen doen als in het pluche te hangen als stemgewicht.  Men is er uit gekomen. Een minderheidsregering van VVD/CDA met gedoogsteun van PVV.

De PvdA werd dus naar de oppositiebanken verwezen en faalde daarin van meet af aan. De fractieleider van de grootste oppositiepartij  wist niet hoe het moest en deed maar wat , of wist dondersgoed wat hij moest doen, om vervolgens het tegenovergestelde te doen. Feit blijft dat de haat tegen PVV zo groot wordt neergezet dat men gewoon tegen PVV is en alles waar de PVV voor zou staan.  Absoluut niet handig, want de minderheidsregering zou afhankelijk moeten zijn  van de steun van PVV, maar zijn volledig onafhankelijk want als de PVV niet steunt, dan doet de PvdA dat wel. En zo kunnen Rutte en companen doen wat ze willen, er is altijd een meerderheid. Het idee dat oppositie voeren weer leuk wordt met een minderheidsregering verdwijnt in de prullenbak want een PvdA die samen optrekt met PVV om de CDA/VVD regering te stuiten behoort tot het land der fabelen.

Hoewel Cohen en zijn partij ook wel zien dat dit een doodlopende weg is , weten zij niet het tij te keren.  In de peilingen zakt de partij ver terug als duidelijke vingerwijzing van het electoraat. Dat electoraat heeft ondertussen de SP ontdekt. Dat wil zeggen Emile Roemer blijkt een aimabele man met humor en verstand van zaken. Jammer voor de SP is dat als je Roemer opzij schuift er ook niemand is die in zijn schaduw kan staan, laat staan dat de partij toe is aan regeringsverantwoordelijkheid. Ten onrechte is de PvdA dus bang voor de komende verkiezingen, maar toch? Ook bij de PvdA is er niemand die een partij zou kunnen trekken.

Het gemorrel binnen de partij begint pas goed als een interne email, waarin getwijfeld wordt aan Cohen’s capaciteiten uitlekt. De boel wordt ogenschijnlijk gesust maar intern blijft het vuurtje smeulen. Totdat ineens Cohen aankondigt dat hij vertrekt. Maanden te laat voor de partij, maar goed.  Savonds is in het Vara programma (de backbone van links Nederland) aandacht voor het vertek in de weredl draait door. Geen van de voormalige partij coryfeeen (Rottenberg en anderen hebben voor hun Job ook maar een goed woord over.

Trots op niks herpubliceert een oude tweet over Jobs vrienden. Een gezegde uit van Dale. En inderdaad van je partijgenoten moet je het niet hebben.

De wijze waarop binnen de partij over Cohen gesproken wordt is op een manier die zelfs van Trots op Niks ver af staat. En nu? Namen worden genoemd, de leden mogen beslissen. Maar het is een keuze tussen nog niet, nooit niet en nog lang niet. De PvdA zit zonder de man/vrouw die ze nodig heeft. Iemand halen kan niet, het moet iemand zijn van uit de fractie of, want Cohen is immers ook uit de kamer, van die ene die het pluche eerder net niet heeft gehaald. Maar dat daar de nieuwe Meritrea tussen zit, wij van Niks wagen het te betwijfelen.

Wij zitten er niet voor om partijen in het zadel te helpen, maar als wij het mogen zeggen wordt het Klijnsma.
Waarom? Heel eenvoudig. De meeste stemmen van de PvdA komen nog steeds van uit de arbeiders, de (klein) kinderen van de NSDAP. De gansjes voor het raam en een Varagids voor de TV. Klijnsma weet deze mensen te benaderen, als enige. Juist die trouwe stemmers heeft de partij nodig, want tegen beter weten in soms, stemmen ze gewoon PvdA, omdat dat de partij voor hen is. De rare fratsen zien zij als ingegeven door anderen. “Wethouder Norder laat zich voor het karretje spannen  van de CDA en VVD want de PvdA is tegen het Polenhotel”, Toch?

Het zijn lieve gedachten ook al raken ze noch de kant noch de wal. Het zijn wel de mensen wiens stemmen ook tellen.
Wie uiteindelijk lijsttrekker en premier kandidaat moet worden wij weten het nog niet. Maar van de kieslijst van de vorige keer kun je de volgende keer maar beter de meeste namen schrappen, en de open plaatsen misschien invullen met nog talenten uit de gemeenteraden. Ze zijn er best wel, al zijn het er niet veel. De vijver begint op te drogen, iets dat alle partijen zich kunnen aanwrijven.

Als zelfs internet zwijgt

February 6th, 2012

Als internet zwijgtToegegeven het komt niet vaak voor, maar soms tik je een vraag in Google in en blijft Google het antwoord bijna schuldig. Mij overkwam dat laatst weer eens. Zoals u weet bestond de TV verleden jaar 60 jaar en werden wij verwend met de ene na de andere herhaling.  In de meeste gevallen op zijn Hollands natuurlijk. Een fragment dat te kort is en afbreuk doet aan het programma van vroeger en een hoop geklets er om heen. Ik haat dat en flutprogramma’s als top 2000 aller tijden met zeker 2 % aandacht voor muziek mogen zo van de beeldbuis af. Verder was er veel aandacht voor oude Nederlandsche series quizzen en andere programma’s. Een klein deel slechts van ons avondje TV van vroeger waar het meest toch wel uit het buitenland kwam. Engeland en Amerika waren hofleveranciers van de Nederlandse TV.

Van al die Nederlandse programma’s in herhaling, kwam het bij mij op dat een steeds vergeten werd. Misschien wordt dat nog rechtgezet want komende tijd bestaan natuurlijk veel omroepen ook zoveel of zoveel jaar. |Voor wat betreft dit programma uit het scala van Avondje Avro heb ik echter mijn twijfels. Ik denk dat het, geheel onterecht overigens, in een vergeethoekje is geplaatst. Als ik de naam van de schrijvers/acteurs en de naam van het programma intik krijg ik een spaarzaam linkje naar de theater encyclopedie waar in de titel staat en at het door deze twee geschreven is. Zelfs google  Afbeeldingen laat het een beetje afweten. Een foto van de twee heren is er wel maar dan in gezelschap van Liselore Gerritsen, oftewel een plaatje van lorelei, een cabaretgroep van hen drieën.

De twee heren waar ik over schrijf zijn Paul van Vliet en Ferd. Hugas. de serie heet “de meneertjes” een 5 minuten feuilleton op het avondje AVRO.  Gaat er bij u een belletje rinkelen? Paul van Vliet maakte in die tijd al furore met zijn one-man shows. Met Ferd schreef hij de meneertjes. Een voorbeeld later gevolgd door o.a. Urbanus, die er ook niet erg veel succes mee had.

Een aflevering is me al die tijd bij gebleven  en na 30 of 40 jaar doe ik mijn best het weer te geven

Dag meneer!

Dag meneer!

Uw voeten stinken

Nee, meneer dat zijn niet mijn voeten, maar mijn sokken.

Dan moet u eens andere aan trekken, meneer.

Dat doe ik meneer.

Elke dag wissel ik meneer, die van de rechtervoet gaan morgen aan de linkervoet en andersom meneer.

Vergist u zich dan nooit meneer?

Neen, meneer, want om vergissingen te voorkomen houd ik ze s’nachts aan.

Oké geen dijenkletser misschien, maar misschien kan flauw ook wel eens zeer leuk zijn.

Mij is het altijd bijgebleven in ieder geval, ik zou er graag nog eens een terugzien of lezen.

 

 

Dag! Museum Kempenland, adieu.

January 11th, 2012

SteentjeskerkHet is druk op de burelen van de redactie van Trots op Niks. De politiek maakt zich langzaam op voor nieuwe verkiezingen, op de achtergrond speelt nog immer het drama van Beenen en binnen het politieke speelveld gebeurt van alles rondom Seriouzzz Live en nu weer over Museum Kempenland. Zelf ben ik momenteel bezig met het schrijven van het slot van ons vervolgverhaal, door de acties van de burgemeester, wat moeilijk af te schrijven daar, de PC en het elektronische archief van Beenen ontbreekt. Druk dus, maar Kempenland heeft een plaatsje in het hart veroverd, zeker na de doodsklap die de politiek de kleine cultuur in Eindhoven gegeven heeft.

Vanaf het prille begin in 1920 toen voor het eerst gesproken werd van een stedelijk museum duurde het nog tot 1932 voordat het officieel werd opgericht. In 1937 opende het voor het eerst de deuren in het voormalig stadhuis aan de Rechtestraat. Daarna vond het onderdak in het van Abbe museum, het waaggebouw, kantongerecht Stratumseind en vanaf 1983 in “de steentjeskerk”. In 1981 ben ik in Eindhoven komen wonen en maakte dat begin in steentjeskerk dus mee. Dat wil zeggen incl. de op voorhanden zijnde sloop van het verkommerde gebouw dat in de ogen van de bevolking gered moest worden, zeer tot ontevredenheid van het toenmalige college. Maar omdat het verzet tegen sloop hevig was werd besloten het tot gemeentelijk monument te verheffen en er een zinvolle bestemming aan te geven. De in het kantongerecht beschikbare ruimte was te klein voor het museum en zo werd al snel duidelijk dat Kempenland naar de Steentjeskerk moest. Een bruiloft die in de huwelijkse jaren nooit een doorslaand succes is geweest.

We hadden in het waaggebouw het vogeltjesmuseum. Een collectie van opgezette vogels. Na sluiting werd de collectie overgedragen aan het net geopende Milieu Educatiecentrum die in hun gebouw op de eerste verdieping een alkoof hadden met een deel van de collectie. Na een van de laatste verbouwingen is dat met de komst van een mammoet verdwenen naar de opslag. Verder hadden we van Abbe. Een echt museum in een echt museum gebouw. Maar ook niet echt een museum voor een herhaald bezoek. In het prille begin heb ik een bezoek gebracht aan het net geopende museum in de steentjeskerk. Voor iemand die groot is geworden in een omgeving met grote musea en instituten een deerniswekkend gebeuren. Onmiskenbaar een gewezen kerk, met toren, zijbeuken en koor. Daarin wat vitrines met artikelen waar het vooral ontbrak aan uitleg. Er lag van alles maar veel wijzer werd je er niet van. Dat haat ik. Het hoort niet bij een museum. Toegegeven ook de grote hebben er een handje van om een schilderij met landschap en oer Hollandse molen te voorzien van een bordje met “landschap met molen, onbekende meester, ca 16e eeuw. Een doodzonde in mijn ogen, maar soms heeft het wat tijd nodig. Die tijd heb ik het museum gegeven.

Pas in 2009 keerde ik er terug om samen met Carla van Vliet wat afspraken te maken over de huur van het museum voor een “avondje met Rita”. Dat avondje is er uiteindelijk niet gekomen, op Trotsopniks in het vervolgverhaal leest u waarom. In een korte rondleiding door het gebouw, werd ik nog eens bevestigd in mijn mening. Steentjeskerk en Kempenland, een slecht huwelijk. De steentjeskerk is een prachtig gebouw zonder meer en de collectie van Kempenland is als collectie of beginnende collectie zeer waardevol, maar samen werkt het niet. De steentjeskerk heeft niets wat Kempenland toekomst kan brengen. De ruimte is zeer beperkt. Hoe groot ook, het blijft maar één ruimte die met schotjes her en der geplaatst iets van een looproute heeft, maar de kruip door sluip door van musea ontbreekt volkomen. Een reis door de tijd werkt zo niet. Waarom niet minstens de pastorie is bijgetrokken zal altijd wel een raadsel blijven.

Mijn tweede bezoek was na de verkiezingen , het museum werd bedreigd door intrekking van de subsidie. Voor onze fractie heb ik toen gesproken met de interim manager Jan van Laarhoven. Van dit gesprek herinner ik me dat hij de collectie een allegaartje vond en dat er sprake was van wanbeleid. De directeur/conservator Thoben verzamelde van alles wat hem in handen werd gespeeld en zakelijk directeur van Vliet hield wat dat betreft de vinger niet goed aan de pols, althans was niet bij machte. Van Laarhoven gaat prat op wat hij in andere musea voor elkaar heeft gebokst en beschouwt zichzelf als geroutineerd. Ik als begenadigd verzamelaar en bouwer van collecties denk er het mijne van. Belangrijk is echter politiek orde op zaken te stellen hetgeen ik in mijn schriftelijke vragen neerleg en via de fractie en griffie worden deze ingebracht. Mijn eerste doel lijkt mij tijd te kopen, gevolgd door een noodzakelijke uitbreiding. Hieronder de vragen zoals ze door mij geformuleerd werden.

De fractie van ….. maakt zich ernstig zorgen over het voortbestaan van Museum Kempenland en daarmee verbonden de historisch belangrijke collectie en niet in de laatste plaats de openbare toegang tot het rijksmonument lokaal bekend als “de Steentjeskerk”. Letterlijk schrijft de commissie niets af te doen aan het belang van het museum, edoch de wijze waarop de de subsidieaanvraag is gemotiveerd was voor haar reden te adviseren om de subsidievraag af te wijzen. Verder stelt zij in haar rapport “De adviescommissie zou de cultuurhistorische functie (erfgoed), waarvan Kempenland deel uitmaakt, in een groter perspectief met een nieuwe ambitie willen zien”. Daar per 1 januari 2011 het bestuur van Museum Kempenland geen subsidie meer is verleend zoals tot dan toe, zal het bestuur zich genoodzaakt zien per 1 september het sluitingsdraaiboek in te laten gaan. Daarom stelt de Fractie van …met urgentie de navolgende vragen aan het college.

1)Is het het college bekend met het feit dat op 28 en 29 april gesprekken hebben plaatsgevonden in het kader van de commissie Cultuur totaal?

2)Is het college bekend met het feit dat voor deze gesprekken een agenda is op gesteld met een zestal onderwerpen waarvan slechts een nl. onderwerp 5 ongeordend voorbij kwam en deelnemers de door hen voorbereide punten onbehandeld zagen? Voor de volledigheid noemen we ze nog even.

onderwerp 1: Vastgoed; vraag: waar ligt de balans tussen investeren in huisvesting versus investeren in programmering?  onderwerp 2: Participatie; Stelling: cultuur is participatie.

onderwerp 3: Bedrijfsvoering; Vraag: Hoe gaat de culturele bedrijfsvoering de komende jaren veranderen?

onderwerp 4: Introductie nieuwe generaties; Vraag: Innovatie: institutionaliseren of facilliteren? wie zijn de regisseurs van de nieuwe generatie?

onderwerp 5: Positionering/ Aanbod: Vraag: hoe positioneert de gemeente Eindhoven zichzelf? En hoe de cultuurinstellingen daarbinnen?

onderwerp 6: Gemeentelijk beleid: Stelling: Een dynamisch en boeiend cultureel Eindhoven betekent keuzen maken.

3) Is het college bekend met het feit dat begin 2010 door de gemeente gesprekken geïnitieerd zijn met betrekking tot een nieuwe erfgoedstelling?

4) Is het college bekend met het feit dat na een eerste bijeenkomst van de werkgroep voor deze nieuwe erfstelling op 17 februari er van deze werkgroep geen nieuwe bijeenkomsten zijn geweest. Zo, ja waarom is er geen vervolg als voor sommige instellingen de tijd dringt?

5) Is het college bekend met het feit dat de getroffen instellingen waaronder Museum Kempenland de datum van 1 januari 2011 met rasse schreden zien naderen en dat deze instellingen per die datum niet meer zullen bestaan?

6) Is het college bekend met het feit dat zij, indien zij geen verdere actie onderneemt per 1 januari wederom met een monumentaal maar leeg pand zit, of is het college bekend met een “digitaal depot” invulling zoals geopperd door de commissie? Maw we zetten er een paar pc’s in

7) Is het college bekend met het feit dat nog immer gewacht wordt op de toewijzing van Museum Kempenland als trouwlocatie? 7a) Zoja waarop hangt het dan?

8) Is het college bekend met het feit dat indien per 1 september 2010 geen duidelijkheid aan het museum is verleend over een mogelijke toekomst, de collectie na in bijna 100 jaar moeizaam te zijn bijeengebracht en in die periode gegroeid is tot een historisch waardevolle, Eindhoven in delen zal verlaten na te zijn ondergebracht geweest in het oude stadhuis in de Rechtestraat, het van Abbe museum (oorlogsjaren), Waaggebouw, “Krabbendans”en “steentjeskerk” ?

9)Is het college bekend met het feit dat de jarenlange subsidies die zij aan het museum hebben verleend ten opzicht van andere steden in hoogte slechts een zeer schamel bedrag per jaar is, omgerekend nog geen eurocent per dag per inwoner.

10) Is het college bekend met het feit dat tegenvallende bezoekers aantallen feitelijk niet zoveel te doen hebben met een museum als zodanig. Dat primair van belang is de collectie, het onderzoek hiervan, het onderhoud en de uitbreiding en slechts secundair de openbaarheidstelling van een collectie?

11) Is het college bekend met het feit dat momenteel de pastorie bij de steentjeskerk leeg en te huur staat? Dat dit een uitgelezen kans is om de pastorie en kerk bijeen te voegen omdat uitsluitend de kerk weinig vloeroppervlak heeft voor een museuminstelling met ambitie?

12) Is het college bekend met het feit dat binnen museum Kempenland t.a.v. Leiding een frisse wind waait en een nieuwe interactieve tentoonstelling “stik maar” (vanaf 12 juni) een voorbeeld is van hoe het ook kan? Zo, ja realiseert het college zich dan dat dit wel eens de laatste expositie kan zijn?

13) Is het college bekend met het feit dat de commissie cultuur totaal nooit de waarde en het nut van de collectie of museum heeft bestreden, maar slechts “niet voldoende motivatie” vond in de subsidieaanvraag?

14) Is het college bereid ten halve te keren in plaats van ten hele dwalen?

15) Zo neen, waarom niet?

16) Is het college nu bereid een tweejarige overbruggingssubsidie ter hoogte van 2 maal de tot nu toe gebruikelijke subsidie te verlenen om een nieuwe opzet te kunnen realiseren?

17) Zo nee, waarom niet

18) Zo ja, kan de aankoop van de pastorie door de gemeente gerealiseerd worden, en in verhuur gegeven worden aan het museum,?

19) Zo nee , waarom niet.

Het antwoord van wethouder Schreurs is tijdig, maar getuigt niet veel van inhoudelijke kennis op museumgebied. Wedervragen hadden gesteld moeten worden, maar daar was de fractie waar ik deel van uit maakte kwalitatief niet toe in staat. Ik had het document net zo goed niet op hoeven stellen. Maar mijn persoonlijke interesse is gewekt. Met de jaarcijfers 2008 ga ik aan de slag. Wat weinig voor een bedrijfskundige maar de momentopnamen van 2009 en 2010 zijn al verwaterd door de subsidie perikelen.

Mijn visie op het geheel blijft de tweedeling collectie en huisvesting. Het museum Kempenland is niet gebonden aan de kerk, het heeft al andere huisvesting gehad in het verleden en in de toekomst is dat ook niet onmogelijk. De talrijke leegstand in Eindhoven, soms tijdelijk opgevuld door de stichting ruimte, geeft mogelijkheden genoeg die voor het museum en het tot zijn recht komen van de collectie wellicht veel beter kan voldoen dan de Steentjeskerk. Ik noem met name het bedrijfspand van Schellens of de oude luciferfabriek met aanpalende gebouwen. Maar dat is huisvesting, een deel van het probleem. Laten we bedrijfskundig naar de jaarrekening kijken.

We lichten er uit de huisvestingskosten, salariskosten en collectiekosten, opbrengsten en subsidies. De gemeente subsidie bedraagt ca; 480.000 euro en van derden komt nog eens 36.000 aan subsidie. Ruwweg de helft van het subsidiegeld gaat op aan de salarissen van 9 man op de loonlijst. Part-timers en full timers dwars door elkaar. De helft van de salariskosten is voor de directiesalarissen. Toch verdienen directeur-conservator Tholen en zakelijk directeur van Vliet geen topsalarissen. Wellicht hebben ze een parallelle stroom inkomsten uit de onkosten doch dit uit zich niet in de jaarcijfers. De huur van de Steentjes kerk bedraagt ca. 38.000 euro. Aan opslaglocaties is men ca:20.000 kwijt verdeeld over Vonderweg en Ruysdaelbaan. Volgens van Laarhoven is dit merendeels opslag van museuminrichting (wandjes vitrines e.d.). Dan de dagelijkse routine. Een museum is wat het is, een instelling die een collectie beheert, onderhoudt, uitbreidt, in stand houdt. Onderzoek pleegt naar herkomst, gebruik, etc. kortom een verhaal maakt rond het object. Als laatste maar dat is eigenlijk geen hoofddoel is het openbaar maken van de collectie, sterker nog vaak wordt dit als grootste euvel gezien. Het betekent een ruimtebehoefte die openbaar is en aan de eisen voldoet. Toiletten, koffie e.d. vitrines, meubilair, uitleg, catalogi, bewaking, klimaatbeheersing kortom een aanlag op het budget.

De opbrengsten uit entree en souvenirs dekken vaak maar een deel van die kosten. Maar het bezoek geeft wel de zinnigheid van het bestaan van de collectie aan, vaak ook komen donaties en schenkingen van bezoekers die door het bezoek een band krijgen met het museum en de collectie. Voor Kempenland dat ver uit het centrum ligt betekent het bezoek een aparte trip, de naastgelegen coffeeshop en kantoorgebouwen geven het museum geen plekje in de ruimte. Het nodigt niet direct uit en dat uit zich ook in de cijfers.

Uit entreegelden komt een goede 6000 euro per jaar en uit de museumjaarkaart komt nog een bijdrage van ca 3600. Het is niet eens genoeg om de accountant en salarisadministratie te dekken. Die 10.000 Euro komt van bezoekers die de 10 jaarlijkse wisseltentoonstellingen bezoeken, de vaste collectie heeft hier en daar wat hoekjes, maar eens terugkomen als bezoeker om iets nog eens te bekijken, het nodigt niet echt uit. Om die bezoekers uberhaupt binnen te krijgen wordt veel geld gespendeerd, ik noem 13.000 aan kosten voor porti en telefoon en maar liefst 41.000 voor drukwerk, catalogi en affiches. Gelukkig zijn de bezoekers zo vriendelijk om aandenkens aan hun bezoek te kopen. Boeken, kaarten, kommetjes, bekers, het vind voldoende aftrek bijna 15.000. Naast wat incidentele opbrengsten moet het museum het hier mee doen. Het meest bekaaid komt de eigen collectie er van af, aan onderhoud en restauratie is nog geen 1300 euro besteed.

Het hebben van een beperkte ruimte waardoor veel wisselexposities nodig zijn, is een probleem dat meer instellingen in de stad hebben. Het stedelijk van Abbe Museum heeft midden jaren 90 hetzelfde onoverkomelijke probleeem. Besloten wordt door het stadsbestuur om dit museum flink uit te breiden. Die uitbreiding kost door alle perikelen er omheen veel meer dan gewenst of noodzakelijk was en legt het cultuurbudget van de stad voor jaren lam. Door een nieuwe directeur ook nog te veel speelruimte te geven komt er van een vaste expositie van de eigen collectie maar weinig overeind, maar het stadsbestuur wikt en weegt en blijft het museum van Abbe alle ruimte geven. Die ruimte komt van andere instellingen en een aantal kost dit de kop.

Doordat je ook bij het opzeggen van subsidies een soort van opzegtermijn hanteert krijgt in 2010 Kempenland de subsidie nog doorbetaald. Halverwege het jaar start zij met een van de laatste wisseltentoonstellingen “Stik Maar”. Een beetje amateuristisch in elkaar geplurkt maar met hele leuke elementen zoals een garnituren /naai winkeltje uit vervlogen tijden. De tentoonstelling vangt aan met een waslijn met wasgoed. Zichtbare fout zijn de talloze vouwen in het wasgoed. Het beeld klopt direct al niet, zo vanuit de kast aan de waslijn. Totaal resultaat is een expositie die eigenlijk permanent zou moeten zijn. Het textielverleden van Eindhoven hoort in dit museum. In 2010 wordt ook aan de stoelpoten van directeur-conservator Tholen gezaagd, hij moet het veld ruimen, zeer tegen de zin in van “de vrienden van het museum”. Van Laarhoven zag als redding van het museum een fusie met HOME het historisch openlucht museum. De fusie is er gekomen, dat wil zeggen van een fusie is geen sprake. Kempenland wordt opgeslokt door HOME.

In 2011 wordt er nog gestart met een expositie “vreemd in Eindhoven”. Een dure expositie zonder veel bezoekers en met wederom sporen van amateurisme. Ook zakelijk directeur van Vliet moet het veld ruimen. Als op februari 2012 het museum “definitief” sluit komt de ruimte leeg te staan met nog een enkele expositie in de wintermaanden van 2012, voor de jaren erna is geen plan. De collectie wordt verder opgeslagen, is beschikbaar voor uitleen (aan andere musea). De aanwezige financiële reserves van Kempenland zijn weg. Op de laatste goedgekeurde jaarrekening is het verdwenen. Maar geld lost niet op. De ouderenpartij OAE in Eindhoven stelt terecht vragen aan het college. Of zij het naadje van de kous te weten komen, wie zal het zeggen. Meestal slaagt het college erin met wat sopantwoorden de handen te wassen.

Kortom Anno 2012 hebben we een gebouw zonder bestemming en leeg. Aangewezen als trouwlocatie zal dat ook wel geen succes worden. Het is een rijksmonument, de slopers staan niet op de stoep, maar de bewoners zijn er ook niet welkom meer. Een opgeslagen collectie met veel door de bevolking gedoneerde elementen is ook niet bekoorlijk voor de collectie, verval zal aanmerkelijk zijn. Een mislukte fusie, die een overname werd waarbij het oorspronkelijke Kempenland werd geleegd en afgestoten. Volkomen onnodig komt zo 98 jaar na het idee voor een museum een roemloos eind voor Kempenland. Veel musea in Nederland vrezen nu voor hun bestaan, terecht. Eindhoven is een voorbeeld Een lege dode stad zorgvuldig afgebroken door incompetent stadsbestuur van de laatste dertig jaar. Kempenland is niet het eerste geval en zeker ook niet het laatste. Na het oude stadhuis, sluiting van Evoluon, sluiting vogeltjesmuseum, het niet herbouwen van het Philipspalviljoen van Le Corbusier, enorme leegstand, moeizame herinrichting Philipsterreinen, nodeloze hoogbouw, te weinig werk voor mensen die het met de handen moeten verdienen, onaantrekkelijke pleinen, en tot slot de sluiting van Kempenland is het wachten op de volgende miserabele stap. Hij is niet ver weg. Gelukkig is het tij te keren. Dan hebben we wel nieuwe verkiezingen nodig en wijsheid bij de dan de vormen coalitie.

Een Sint met een oscar

November 26th, 2011

An Oscar for Saint NicholasTijd om eens terug te blikken. In 1992 werkte ik een paar maanden als invaller bij ODME inkoop. Ik kreeg daar voor het einde van mijn contract een telefoontje met het wat vreemde verzoek de sinterklaasviering van de personeelsvereniging op te fleuren als Sinterklaas. Uiteraard zei ik ja, want dat optreden lag na mijn oorspronkelijke contractduur. Uiteindelijk ben ik er zo’n 7 jaar gebleven. Dat Sint optreden was memorabel en wel zodanig dat ik het jaren heb volgehouden. Toch was het de eerste keer nog geen succesverhaal. De plannen waren niet goed. We werden niet op tijd geschminckt  en waren dus veel te laat in Eindhoven terug. De kinderen waren moe van het wachten en Sint liet ze ondanks dat onvermoeibaar bij zich komen. ruim 150 kinderen dus alleen het optreden duurde al zo’n drie uur. Het werd steeds warmer in de zaal en mijn baard zakte wat af zodat twee snorren zichtbaar waren, een witte en een bruine.

Om een uur of 6 was het eindelijk gelopen, maar wie denkt dan klaar te zijn had buiten onze directeur Lambert gerekend. Die had nog een zakenrelatie die bezocht moest worden. Strooi de boel maar goed vol zei hij, en dat was tegen mijn Zwarte Pieten niet tegen dovemansoren gezegd. Het huis van de advocaat van de zaak, of eigenlijk het huis van zijn schoonmoeder, veranderde langzaam van luxe woning tot een enorme puinhoop. De kruidnoten lagen echt overal, vooral de platgetrapte op de tapijten zullen later wel veel indruk hebben gemaakt. Nu na elf jaar verbaast het me eigenlijk niets als ze nog ergens kruidnoten in dat huis vinden.  Het volgende jaar werd Sint vooraf gegaan door een clownsoptreden en we hadden ondertussen Peels op de Strijpsestraat gevonden, waar we nadien graag terug kwamen. Het tweede jaar ging het prima, al werd een decor ondersteboven gelopen door een paar kinderen. Maar toch duurde het met de ruime kinderschare nog altijd lang. Vanaf het tweede jaar gingen we, vóór we naar de zaak gingen op de Vestdijk, eerst oefenen bij de Veldhovense padvinders. Die hadden er eigenlijk geen budget voor en zo konden we hen ook een onvergetelijke  zaterdag bezorgen. Sint zelf leek me vanaf dat tweede jaar op het lijf geschreven, qua rol dan want het bisschoppelijke touwtje ipv riem was vaak veel te kort.

Dat ik veel actieve collega’s had in het verenigingsleven bleek wel, want ook Jeugdwerk Veldhoven diende zich aan, later nog gevolgd door de padvinders in Tongelre. In Veldhoven niet voor Sint maar voor Kerstman. Kan er ook nog wel bij dacht ik.  Helaas heeft de kerstman maar verdomd weinig tekst. Yoho en een prettige kerst, tingelingeling. De dame die het pak gemaakt had waarschuwde dat het pak maar vilt was en heel erg koud. Nou hou ik graag van goed voorbereiden en heb ik zogenaamd voor mijn oudere vader een lange onderbroek gekocht. En zo zat ik in mijn lange onderbroek met een kerstman pak aan in Veldhoven tegen het citycentrum aan in een zaaltje bij het jeugdwerk. De kerstman knutselde driftig mee en maakte veel grapjes. Op het einde fluisterde de leidster mij in dat de kinderen op het eind nog een rondje gingen lopen in optocht in het naastgelegen winkelcentrum van Veldhoven, zij en de kinderen zouden het heel leuk vinden als de Kerstman meeliep, maar het hoefde niet als ik niet wilde. Nu als de kinderen het leuk vinden ga ik gewoon mee.

Of het door mijn lange onderbroek kwam weet ik niet maar ik was in het centrum veel extraverter dan gewoonlijk en zo liep ik al klingelend en Yoho roepend voor de schare uit. Kinderen begroeten, handjes geven etc. Bij de groenteboer kregen alle kinderen een mandarijntje en bij een schoenenwinkel kregen ze ballonnen, dus die kinderen hadden de tijd van hun leven. Bij een andere schoenenwinkel waren alleen twee niet onaardige verkoopsters aanwezig, die ook wat van de Kerstman wilden. Die had ondertussen alleen nog maar een echte (overigens heerlijke) Kerstman knuffel over.   Maanden lang meed ik het centrum als de pest uit angst herkend te worden. Na 6 maanden moest ik even naar de Blokker en ik dacht dat de kans op herkenning na al die maanden nihil was. Maar toen ik bij de kassa iets zei, sprak een totaal onbekende dame achter mij de magische woorden, “U klinkt net als de Kerstman”. U begrijpt het, Citycentrum Veldhoven is voor mij not done. Nog steeds niet, eigenlijk.

Terug naar de Sint. Om de tijd niet uit te laten lopen kwamen de kinderen van ODME (ondertussen omgedoopt tot Toolex) niet meer allemaal aan bod. We gaven de voorkeur aan een spectaculaire binnenkomst, die inderdaad ieder jaar spectaculairder werd. Abseilen, door het plafond vallende pieten, Sint die door een muur heen reed. En toch, aan alles komt een eind. In 1999 ben ik in Den Bosch gaan werken om dichter bij de Universiteit te zijn. De files op de A2 waren niet goed voor mijn prestaties. Hoewel ik had toegezegd wel Sint te komen doen bij Toolex, was het dat jaar niet meer nodig. Ze hadden een compleet pakket gekocht voor het jaarlijkse personeelsfeest, barbeque  en Sint.

Een jaar geen Sint zijn is maar een raar gevoel, dus belde ik voor de Kerst de regelman van Toolex (Ton) op om te vragen hoe het gegaan was. Het bleek een kleine ramp te zijn geweest. De jongen die Sinterklaas had gespeeld, was zoals onze zuiderburen zeggen “voor de mannen”. En zo had Toolex dat jaar een Sint gekregen, met een stem die zo mogelijk nog overdrevener homo was, dan Henk Elsink met zijn “Harm met het harpje”. Sint maakte zich er ook met een Jantje van Leiden vanaf, want hij moest nog naar de IT in Amsterdam na het optreden.

Het was het jaar daarna heerlijk om als Sint weer op het oude nest terug te zijn. Het werd ook alom gewaardeerd. Van één van de kinderen kreeg Sint ook een cadeautje. Omdat de echte Sint weer terug was. Dat cadeautje is het poesje op de foto. Ik weet niet of u het mooi vindt, dat maakt ook niet zo veel uit. Voor mij als Sint is het zoiets als een Oscar. Eentje die al 11 jaar in mijn “prijzenkast staat”. de naam van de gulle geefster is mij helaas ontschoten.