Archive for the ‘Ploegpraat’ Category

Overvallen bah wat grappig

Wednesday, March 14th, 2012

De woorden uit de titel hebben natuurlijk niet veel met elkaar te maken, toch vielen ze in combinatie uit mijn toetsenbord voor een reactie op een Eindhovens dagb lad blog.  Het is natuurlijk helemaal niet grappig om overvallen te worden, maar toch zijn er wat randverschijnselen die in combinatie met mijn humor het woord grappig niet helemaal als onterecht krijgen toegewezen.

Vertel, denkt u dan en dat is mooi want daar hebben wij deze blog voor.

plantjes water geven

We spreken alweer over een aantal jaren geleden, dat wijlen mijn moeder een hartaanval had gekregen. Als een goede Florence Nightingale (blijkbaar mijn bijnaam in de familie) heb ik mijn moeder dagelijks bezocht, sliep in haar huisje en toen ze weer thuis was haar even op krachten gebracht. Ik deed dat graag en vind het reuze jammer dat het nu niet meer kan. Maar ik verkeerde toen zogezegd als mantelzorghulp in Den Haag in hartje zomer.

Die zomer besloot mijn in Amsterdam woonachtige dochter onverwacht op vakantie te gaan en vroeg mij de plantjes van haar en die bij een vriendin van haar water te geven. Dat had zij aan die vriendin beloofd en kon nu door haar eigen min of meer spontane vakantie niet meer aan de verplichtingen voldoen. Tja, daar zijn dus vaders voor. Aan mij dus de schone taak in Amsterdam aan de andere kant van het land,bij iemand die ik niet ken, nooit gezien heb, binnen te dringen teneinde de plantjes te bewateren. Zoiets staat mij wel altijd tegen, in een vreemd huis.

Mijn Eindhovense dochter kwam oma bezoeken en kon mij direct de reservesleutels van het Amsterdamse hokje van mijn dochter brengen. Daags erna wilde ik snel even tussen de bezoekuren in naar Amsterdam en vond dat openbaar vervoer best een keertje kon. Met lijn 6 ging ik naar centraal en kocht mij daar aan zo’n vreselijke gele machine een kaartje. Helaas werd mijn pincode afgekeken, wie plaatst die dingen zo naast elkaar  en een man met krullen begon te roepen dat ik geld had verloren. Ik voelde meteen nattigheid en hield zonder om te kijken mijn ogen gericht op de automaat en hield mijn hand op de pasjes gleuf. De krullebol bleef maarr roepen en begon ook aan mij te trekken. In een onbewaakt ogenblik ben ik toen toch mijn pas kwijt gespeeld. Binnen het kwartier had ik Leeuwarden aan de lijn om te blokkeren, maar ondertussen was al 1000 euro gepind en op het moment van telefoneren werd bij de bank aan de buitenkant nog eens 250 euro gepind. Dat was niet meer te stoppen dus de schade bleef  redelijk beperkt tot 1250 euro en de kosten van een retourtje Amsterdam, want het kaartje was ondertusssen ook uit de automaat verdwenen.  Aangifte doen moest op een ander station en nam nog al wat tijd in beslag, zodat van Amsterdam niet veel meer terecht kwam.

De volgende dag kwam mijn dochter weer en hebben we nu veiligheidshalve met de auto de tocht naar Amsterdam gemaakt. Ten huize van mijn dochter waren de planten ondertussen in een deplorabele staat. Van de eens zo fiere citroengeranium was niet veel over. Op zoek dan maar naar het huis van de vriendin. Dat huis bleek uiteindelijk in een straat te staan, waar je het liefst de auto mee naar binnen zou nemen. Nadat we de post achter de deur vandaan hadden gingen we op zoek naar de plantjes. We hebben er geen gevonden, wat er in het huis ook stond er was geen plant te bekennen.

Later bleek dat het een grapje was. Moet ik je planten verzorgen?  Ja, geef jij mijn plantjes maar water! Een dure grap uiteindelijk, al was de Postbank zo aardig om de 1250 euro uit coulance terug te storten. Volgens hun omdat ik er met blokkeren snel bij was, volgens mij omdat ik stelde dat ik nimmer toestemming had gegeven om meer dan 250 Gulden als dagmaximum te pinnen. Dat had de bank stilzwijgend zelf gedaan. Sindsdien heb ik ook een extra rekening met pasje met een klein bedrag erop en een limiet van 0. Toch koop ik steevast (als)  ik met de trein ga een kaartje aan de kassa. met die 0,50 koop je toch wel heel wat ellende af.

Voor de planten van iemand zorgen heb ik sindsdien ook niet meer gedaan, maar mensen die nood hebben aan planten bewaterende hulpdiensten heb ik een tip. Die tip valt op www.3xploeg.com te lezen (menu Ed, dan groene vingers en het stuk over de capillaire hevel opzoeken).

Als afzwaaier op het eind, is nog te vermelden dat de aangifte werd gedaan bij de spoorwegpolitie op het station Hollandsspoor. Bij onze familiestukken zit een foto van een Ploeg (grootvader of overgrootvader of oudoom) in het telegraafkantoor. Volgens mij op het station Den Haag HS, maar het Haagse  Gemeentearchief twijfelde of dit inderdaad betrekking had op dit station omdat de raampartijen niet helemaal klopten. Onlangs ontving ik een mail van het Gemeentearchief. De ambtenaar was op het station en nieuwsgierig geworden heeft ie heel het station gescand en de locatie gevonden. Het bleek de ruimte te zijn waar ik mijn aangifte heb gedaan.

 

Als u dit nu even leest, geef ik ondertussen de plantjes water. (die van mijzelf natuurlijk)

 

Als zelfs internet zwijgt

Monday, February 6th, 2012

Als internet zwijgtToegegeven het komt niet vaak voor, maar soms tik je een vraag in Google in en blijft Google het antwoord bijna schuldig. Mij overkwam dat laatst weer eens. Zoals u weet bestond de TV verleden jaar 60 jaar en werden wij verwend met de ene na de andere herhaling.  In de meeste gevallen op zijn Hollands natuurlijk. Een fragment dat te kort is en afbreuk doet aan het programma van vroeger en een hoop geklets er om heen. Ik haat dat en flutprogramma’s als top 2000 aller tijden met zeker 2 % aandacht voor muziek mogen zo van de beeldbuis af. Verder was er veel aandacht voor oude Nederlandsche series quizzen en andere programma’s. Een klein deel slechts van ons avondje TV van vroeger waar het meest toch wel uit het buitenland kwam. Engeland en Amerika waren hofleveranciers van de Nederlandse TV.

Van al die Nederlandse programma’s in herhaling, kwam het bij mij op dat een steeds vergeten werd. Misschien wordt dat nog rechtgezet want komende tijd bestaan natuurlijk veel omroepen ook zoveel of zoveel jaar. |Voor wat betreft dit programma uit het scala van Avondje Avro heb ik echter mijn twijfels. Ik denk dat het, geheel onterecht overigens, in een vergeethoekje is geplaatst. Als ik de naam van de schrijvers/acteurs en de naam van het programma intik krijg ik een spaarzaam linkje naar de theater encyclopedie waar in de titel staat en at het door deze twee geschreven is. Zelfs google  Afbeeldingen laat het een beetje afweten. Een foto van de twee heren is er wel maar dan in gezelschap van Liselore Gerritsen, oftewel een plaatje van lorelei, een cabaretgroep van hen drieën.

De twee heren waar ik over schrijf zijn Paul van Vliet en Ferd. Hugas. de serie heet “de meneertjes” een 5 minuten feuilleton op het avondje AVRO.  Gaat er bij u een belletje rinkelen? Paul van Vliet maakte in die tijd al furore met zijn one-man shows. Met Ferd schreef hij de meneertjes. Een voorbeeld later gevolgd door o.a. Urbanus, die er ook niet erg veel succes mee had.

Een aflevering is me al die tijd bij gebleven  en na 30 of 40 jaar doe ik mijn best het weer te geven

Dag meneer!

Dag meneer!

Uw voeten stinken

Nee, meneer dat zijn niet mijn voeten, maar mijn sokken.

Dan moet u eens andere aan trekken, meneer.

Dat doe ik meneer.

Elke dag wissel ik meneer, die van de rechtervoet gaan morgen aan de linkervoet en andersom meneer.

Vergist u zich dan nooit meneer?

Neen, meneer, want om vergissingen te voorkomen houd ik ze s’nachts aan.

Oké geen dijenkletser misschien, maar misschien kan flauw ook wel eens zeer leuk zijn.

Mij is het altijd bijgebleven in ieder geval, ik zou er graag nog eens een terugzien of lezen.

 

 

Een Sint met een oscar

Saturday, November 26th, 2011

An Oscar for Saint NicholasTijd om eens terug te blikken. In 1992 werkte ik een paar maanden als invaller bij ODME inkoop. Ik kreeg daar voor het einde van mijn contract een telefoontje met het wat vreemde verzoek de sinterklaasviering van de personeelsvereniging op te fleuren als Sinterklaas. Uiteraard zei ik ja, want dat optreden lag na mijn oorspronkelijke contractduur. Uiteindelijk ben ik er zo’n 7 jaar gebleven. Dat Sint optreden was memorabel en wel zodanig dat ik het jaren heb volgehouden. Toch was het de eerste keer nog geen succesverhaal. De plannen waren niet goed. We werden niet op tijd geschminckt  en waren dus veel te laat in Eindhoven terug. De kinderen waren moe van het wachten en Sint liet ze ondanks dat onvermoeibaar bij zich komen. ruim 150 kinderen dus alleen het optreden duurde al zo’n drie uur. Het werd steeds warmer in de zaal en mijn baard zakte wat af zodat twee snorren zichtbaar waren, een witte en een bruine.

Om een uur of 6 was het eindelijk gelopen, maar wie denkt dan klaar te zijn had buiten onze directeur Lambert gerekend. Die had nog een zakenrelatie die bezocht moest worden. Strooi de boel maar goed vol zei hij, en dat was tegen mijn Zwarte Pieten niet tegen dovemansoren gezegd. Het huis van de advocaat van de zaak, of eigenlijk het huis van zijn schoonmoeder, veranderde langzaam van luxe woning tot een enorme puinhoop. De kruidnoten lagen echt overal, vooral de platgetrapte op de tapijten zullen later wel veel indruk hebben gemaakt. Nu na elf jaar verbaast het me eigenlijk niets als ze nog ergens kruidnoten in dat huis vinden.  Het volgende jaar werd Sint vooraf gegaan door een clownsoptreden en we hadden ondertussen Peels op de Strijpsestraat gevonden, waar we nadien graag terug kwamen. Het tweede jaar ging het prima, al werd een decor ondersteboven gelopen door een paar kinderen. Maar toch duurde het met de ruime kinderschare nog altijd lang. Vanaf het tweede jaar gingen we, vóór we naar de zaak gingen op de Vestdijk, eerst oefenen bij de Veldhovense padvinders. Die hadden er eigenlijk geen budget voor en zo konden we hen ook een onvergetelijke  zaterdag bezorgen. Sint zelf leek me vanaf dat tweede jaar op het lijf geschreven, qua rol dan want het bisschoppelijke touwtje ipv riem was vaak veel te kort.

Dat ik veel actieve collega’s had in het verenigingsleven bleek wel, want ook Jeugdwerk Veldhoven diende zich aan, later nog gevolgd door de padvinders in Tongelre. In Veldhoven niet voor Sint maar voor Kerstman. Kan er ook nog wel bij dacht ik.  Helaas heeft de kerstman maar verdomd weinig tekst. Yoho en een prettige kerst, tingelingeling. De dame die het pak gemaakt had waarschuwde dat het pak maar vilt was en heel erg koud. Nou hou ik graag van goed voorbereiden en heb ik zogenaamd voor mijn oudere vader een lange onderbroek gekocht. En zo zat ik in mijn lange onderbroek met een kerstman pak aan in Veldhoven tegen het citycentrum aan in een zaaltje bij het jeugdwerk. De kerstman knutselde driftig mee en maakte veel grapjes. Op het einde fluisterde de leidster mij in dat de kinderen op het eind nog een rondje gingen lopen in optocht in het naastgelegen winkelcentrum van Veldhoven, zij en de kinderen zouden het heel leuk vinden als de Kerstman meeliep, maar het hoefde niet als ik niet wilde. Nu als de kinderen het leuk vinden ga ik gewoon mee.

Of het door mijn lange onderbroek kwam weet ik niet maar ik was in het centrum veel extraverter dan gewoonlijk en zo liep ik al klingelend en Yoho roepend voor de schare uit. Kinderen begroeten, handjes geven etc. Bij de groenteboer kregen alle kinderen een mandarijntje en bij een schoenenwinkel kregen ze ballonnen, dus die kinderen hadden de tijd van hun leven. Bij een andere schoenenwinkel waren alleen twee niet onaardige verkoopsters aanwezig, die ook wat van de Kerstman wilden. Die had ondertussen alleen nog maar een echte (overigens heerlijke) Kerstman knuffel over.   Maanden lang meed ik het centrum als de pest uit angst herkend te worden. Na 6 maanden moest ik even naar de Blokker en ik dacht dat de kans op herkenning na al die maanden nihil was. Maar toen ik bij de kassa iets zei, sprak een totaal onbekende dame achter mij de magische woorden, “U klinkt net als de Kerstman”. U begrijpt het, Citycentrum Veldhoven is voor mij not done. Nog steeds niet, eigenlijk.

Terug naar de Sint. Om de tijd niet uit te laten lopen kwamen de kinderen van ODME (ondertussen omgedoopt tot Toolex) niet meer allemaal aan bod. We gaven de voorkeur aan een spectaculaire binnenkomst, die inderdaad ieder jaar spectaculairder werd. Abseilen, door het plafond vallende pieten, Sint die door een muur heen reed. En toch, aan alles komt een eind. In 1999 ben ik in Den Bosch gaan werken om dichter bij de Universiteit te zijn. De files op de A2 waren niet goed voor mijn prestaties. Hoewel ik had toegezegd wel Sint te komen doen bij Toolex, was het dat jaar niet meer nodig. Ze hadden een compleet pakket gekocht voor het jaarlijkse personeelsfeest, barbeque  en Sint.

Een jaar geen Sint zijn is maar een raar gevoel, dus belde ik voor de Kerst de regelman van Toolex (Ton) op om te vragen hoe het gegaan was. Het bleek een kleine ramp te zijn geweest. De jongen die Sinterklaas had gespeeld, was zoals onze zuiderburen zeggen “voor de mannen”. En zo had Toolex dat jaar een Sint gekregen, met een stem die zo mogelijk nog overdrevener homo was, dan Henk Elsink met zijn “Harm met het harpje”. Sint maakte zich er ook met een Jantje van Leiden vanaf, want hij moest nog naar de IT in Amsterdam na het optreden.

Het was het jaar daarna heerlijk om als Sint weer op het oude nest terug te zijn. Het werd ook alom gewaardeerd. Van één van de kinderen kreeg Sint ook een cadeautje. Omdat de echte Sint weer terug was. Dat cadeautje is het poesje op de foto. Ik weet niet of u het mooi vindt, dat maakt ook niet zo veel uit. Voor mij als Sint is het zoiets als een Oscar. Eentje die al 11 jaar in mijn “prijzenkast staat”. de naam van de gulle geefster is mij helaas ontschoten.

 

 

Songfestival 2011

Sunday, May 15th, 2011

Eurovision Songcontest 2011 DusseldorfWaarlijk laatste zijn we geworden op de laatste uitvoering van het Songfestival. Magadalena Tul uit Polen werd laatste in de eerste halve finale met 18 punten 5 meer dan Nederland die als laatste eindigde in de tweede halve finale met een povere 13 punten op de aller- allerlaatste plaats. Wie kunnen we het meer verwijten dan onszelf. In de melee van 19 songs vielen de 3j’s niet op. Van hun bijdrage heb ik niet meer gehoord dan een paar seconden, het nummer boeide voor geen meter. Of de allerlaatste plaats van alle inzendingen nou terecht was is een vraag die nooit beantwoord zal worden, maar dat de 3J’s niet aan de finale mee mochten doen was wel terecht.

We hebben dat festival al 4 keer gewonnen en nog altijd horen wij terecht bij de betere landen over de hele linie bekeken. Daar hebben de 3 noch positief, nog negatief aan bijgedragen. Een vijfde keer winnen zit er ook nog wel in, maar dan moeten we wellicht weer eens een andere aanpak proberen. Wat is er mis met de vroeger gehanteerde methode? Niets, dus waarom dan niet terug naar vroeger waarbij componisten en tekstschrijvers hun liedje kunnen inzenden? Er zijn er heel wat in het land en er zijn verdomd goede bij ook. De liederen waarmee we hebben gewonnen hebben in ieder geval één ding gemeen. Het waren en zijn ook prima werkjes.

Al met al kan ik de Tros als zij ook weer gaan voor 2012 één raad geven. Geef dichtend en componerend Nederland weer eens een kans en geef hen de tijd tot augustus of september om hun werk in te leveren. Hebben we een goed lied rest ons nog er de goede artiest bij te zoeken en in 2012 weer een gooi te doen naar een overwinning.  Één ding kan ik alvast verklappen. Wij (mijn dochter en ik) zijn van de partij. Hier ligt al een bijdrage zo goed als klaar. Een strak up tempo lied met een pakkende en vrolijke tekst. Hoewel de muziek nog geschreven moet worden, ligt die al voor een deel vast door de tekst en het onderwerp.

Een beetje hulp van de lezer kunnen we nog wel gebruiken. Als iedereen nu belt, mail schrijft naar de Tros dat de deelname weer open moet zijn, komt het vast in orde.

De houten bril

Friday, March 18th, 2011

de houten brilVandaag  heeft een der kinderen zich ontfermd over het poetsen van de toiletten in ons huis. Ze was er mee klaar denk ik,  toen ik op de nog natte bril neerplofte. Tegelijkertijd deed het mij denken aan onze wc vroeger thuis (Multatulistraat 90). Ik denk dat het ergens eind 50 jaren was toen mijn moeder besloot de bril in onze wc eens op te leuken. Hij was door het vele gebruik en “schoongemaak” met bleekwater en Harpic  nogal gehavend in de looks.  Zo toog mijn moeder aan het werk met zwarte verf.  Na het schilderen werden alle kinderen duchtig gewaarschuwd. De bril was pas geverfd en nog nat, dus tot nader order niet naar de WC.

Na enige uren  trok Ma naar de wc om te kijken of de bril al droog was. Uit het geschreew bleek echter dat er iets  aan het handje was. “Ik heb het nog zo gezegd. Niemand mag op de bril gaan zitten want hij is nog nat. Nu heb ik hem helemaal voor niets geschilderd. Wie heeft op de WC gezeten?” Nou P zei van niet, K zei van niet, ikke  zei van niet, kortom niemand niet. Dus moesten de broeken naar beneden. Alleen P.  had zwarte verf aan de bips, oei oei.  Het duurde lang voor het geluid van de matteklopper was weggestorven.

Arme jongen, hij moest zo nodig. Op het idee van de bril eraf halen was blijkbaar niemand gekomen.  Helaas is er geen foto van de wc. Er zijn maar zeer weinig foto’s van het interieur op nummer 90.  Maar de WC staat mij nog goed bij. Allereerst dat ie zo groot was, al viel dat later wel mee, toen ik er eens terugkwam bij de familie Taal die er na ons woonde. Je  donderde  niet direct na het open doen van de deur  op de pot, maar het half uur lopen uit mijn herinnering was ook een beetje overdreven. Kenmerkend voor onze wc was ook het kleine raampje naar de keuken met drie strookjes bruin geel glas en uiteraard de in die tijd zeer populaire enveloppe van de BB met alllerlei angstaanjagende tips bij fall out en zo.

Rechten, rechten en nog eens …

Sunday, March 13th, 2011

De weg gevonden maar de richting kwijt

Vandaag maar eens een wat zwaarder onderwerp,  omdat het actueel is, en omdat ik als eigenaar van een aantal Internetdomeinen heel wat publiceer en dus te maken krijg met auteursrechten; die van mij of die van een ander als ik iets publiceer wat niet door mij is geschreven.   De bedoeling van al dat geschrijf en gepubliceer is enerzijds om content te genereren en anderzijds de discussie levendig houden. Soms hoef ik daar maar weinig moeite voor te doen, soms wat meer.

De eeuwige discussie

De discussie over rechten, auteursrechten, kopieerrechten etc. loopt al jaren. Op o.a. Twitter krijgt hij wat meer aandacht tegenwoordig vanwege “de nieuwe media”. Journalisten krabbelen een bijdrage en zien hun bijdragen her en der terug, soms met en soms zonder bronvermelding, soms letterlijk overgenomen en soms aangepast. Soms alleen maar de taalfouten er uit gehaald; niemand, ook ik niet meer,  schrijft namelijk foutloos Nederlands, als we al wisten wat dat was.

Als ik zeg dat de discussie al jaren loopt, lieg ik niet, al moeten we dan wel meerdere vormen van (destijds nieuwe) media beschouwen. Dat betrekken van meerdere media maakt de zaak hier en daar wat complex, maar het is dan ook een zeer complexe materie. Omdat “nieuwe media” vaak niets anders is als oude media op een nieuw platform ontkomen we er niet aan helaas, daarnaast maakt de Nederlandse wetgeving met al zijn zijwegen, jurisprudentie, arresten het gebied sowieso al tot redelijk ingewikkeld.

Internetsites,vooral startende,  halen hun content of delen ervan nogal eens op, door een “robot” bij de concurrent neer te zetten. Minder prettig effect daarbij is, dat soms over een gebeurtenis op een Internetpagina 6 maal een artikel stond vanuit verschillende bronnen. Bij het handmatig overnemen van artikelen wordt vaak het zogeheten knippen en plakken (copy en paste) toegepast. De Internet editie van o.a. het Eindhovens Dagblad  zet tegenwoordig onder iedere strofe dat er copyright op het artikel rust. Sommige van die artikelen zijn overigens, weer direct geplukt uit de persberichten van de politie. Zelfs de fouten in taal en stijl worden regelmatig klakkeloos overgenomen, zoals onlangs, toen er sprake was van het inrekenen van een fietsendief door een toevallig passerende patrouillewagen in de Kerkstraat. Tja politiewagens kunnen veel, deze dagen.

Een muzikaal uitstapje in muziekrechten

Nu is het natuurlijk niet alleen de schrijvende pers die last of gemak heeft van beschermingonder auteursrecht. In de muziek is het al jaren zo. En dan bedoel ik niet onbewust plagiaat, dat ook voorkomt, maar het gebruik van muziek. Youtube uploaders kennen het verschijnsel wel van de verwijderde audio, de in zekere landen verboden filmpjes etc. Het zal je maar gebeuren, je maakt iets en een ander gebruikt het, zonder daarvoor minstens toestemming te hebben. Je hebt dan schade…. Misschien niet, misschien geldt hier ook weer het omgekeerde. Een zo’n bekend omgekeerd geval is natuurlijk “Conquest of paradise” van Vangelis. Een muziekje in een film die niet opviel, noch de film noch de muziek. Het deuntje had zo de vergetelheid in gekund, totdat een bokser bij zijn entree in de ring dit gebruikte. Iedereen vroeg zich af wat het was en waar het vandaan kwam. Tegenwoordig geldt het nummer als een evergreen en heeft het Vangelis beroemder gemaakt dan hij al was. Een dat is lang niet het enige voorbeeld. Ster.nl heeft een hele infobank gemaakt voor in commercials gebruikte deuntjes. Sommige van die al oude deuntjes schieten opnieuw hitparades in.  In de muziek is de rechtendiscussie al oud. Daterend ongeveer van de intrede van de eerste spoelenrecorders eind jaren 40, werd dit later herhaald bij de intrede van de compact cassette en nog later toen bleek dat cd’s makkelijker te kopiëren waren dan te kopen.

Nieuwe media

Nieuwe tekstmedia heeft daar ook al lang last van, want nieuwe (tekst) media is er ook altijd al geweest. Al is de nieuwe media van toen, natuurlijk nu geen nieuwe media meer, maar vaak vergeten media. Maar eens was het wel nieuw, verschijnselen als teletext, RITS (razendsnelle interactieve teletekst), BBS, Videotex, lokale omroep. Wie herinnert zich niet de start van de prille lokale omroep in Eindhoven. De uitzending van de plaatselijke carnavalsoptocht….zonder muziek, een rechtenkwestie.

Kijken we verder in de muziekindustrie zien we veel werk van muzikanten, dat u niet meer kunt krijgen op dragers als cd, dvd of mp3. Veelal is dat een rechtenkwestie. Voordat je iets uitbrengt moet je toestemming hebben. Maar wie zijn de rechthebbenden? Vele contracten zijn in het verleden afgesloten op analoge technieken en gelden niet voor digitale technieken. Een zoektocht dus naar de rechthebbenden, die vaak onvindbaar blijken. De componisten zijn overleden, de rechten zijn overgegaan op familieleden, dochters zijn van naam veranderd, kinderen dragen de naam van de vaders, verhuizingen, kortom een speurtocht alom. Daarom laat men het liever zoals het is, de oplagen en de winsten er uit zijn vaak minder dan de te verwachten opsporingskosten. Dan blijft de wereld er maar van verstoken.

Video

Verder zitten we in het Europese Nederland in een rampgebied, qua taal. Waag het eens iets op de markt te brengen zonder begeleidende Nederlandse tekst, of zoals bij filmmateriaal de vertalingen of ondertitels. Jaren geleden werd ik daardoor al geplaagd bij de chronological Donald deel 1. Deel 2 is nooit hier aangekomen ( tegenvallende omzet?) en deel 3 en 4 die ook bestaan, missen we ook. Louter en alleen omdat de schijfjes niet 1 op 1 op de markt konden worden geslingerd. Zo ook de oude serie “The fugitve” waarniet alleen sprake is van een te maken ondertiteling, maar waar ook nog eens sprake was van een rechtenprobleem bij de ondersteunende muziek. Hierdoor zijn vele stukjes muziek in de serie vervangen door een niet bij de serie passend synthesizer deuntje. Echte liefhebbers laten zich natuurlijk niet tegen houden. Kopen bij Amazon of als zelfs dat niet meer kan,  een torrent meesnoepen. Ben je eenmaal in zo’n kanaal beland, volgt er snel meer, vooral voorbeelden van hoe de Nederlander slechts een klein en onvolledig kijkje krijgt in de historie van beeld en geluid. Herinnert u zich Olive nog uit “On the buses”? Goed nieuws dan, U kunt de “volledige” reeks kopen. Dat wil zeggen, u koopt seizoen 3 en 4. Naar seizoen 1,2,5,6 en 7 kunt u fluiten, tenzij u de torrents opzoekt. Dan krijgt u het wel zonder ondertiteling, maar vooral de laatste seizoenen bestaan voor het merendeel uit “catchfrases”  als “I’ll sackyou for this” en “That will make my day”. Te volgen zonder veel problemen dus.

Muziekrechten

Als laatste in de muziekgroep kunnen wij even de vraagtekens zitten bij het optreden van de BUMA. Ik heb dit al een herhaaldelijk aantal malen slavernij genoemd en kom daarbij eigenlijk op voor de muzikanten die bij de Buma zijn aangesloten. Ik liep hier tegenaan toen ik een tekst voor een lied schreef en de muziek erbij liet componeren door een bekende en bevriende muzikant. Hij deed dit voor mij en de goede zaak natuurlijk geheel belangeloos. Nee zei de BUMA, de muzikant heeft niets weg te geven, het is niet van  hem maar van ons. En zo heb ik de artiest via de Buma moeten betalen voor zijn werk. Van de Buma heeft hij overigens nooit een cent gehad voor dit nummer. een tweede maal trap je er niet meer in dus neem je een muzikant die niet bij de Buma is aangesloten. Werkt ook al niet, Buma zegt, misschien is het wel gekopieerd van werk van een muzikant die wel bij ons is aangesloten, dat bepalen wij wel, dus eerst betalen anders krijg je geen toestemming om te reproduceren. Ook van dat geld heb ik nooit iets terug gezien, of gehoord dat het gekopieerd was. Dit betekent dat zelfs als ik voortaan maar besluit om zelf de muziek te componeren ik nog steeds een organisatie moet betalen om te onderzoeken of het niet is gestolen van een van hun leden. Het maakt mij vleugellam en boos. Maar ik zit niet bij de pakken neer, qua muziek heb ik persoonlijk de bewijslast maar omgedraaid. Ik gebruik en ik hoor het wel. Vooraf doe ik niets meer, het remt te veel op het mooiste van wat een mens heeft, zijn creativiteit. En daarom steel ik niet, al gebruik ik wel. Ik erken de rechten als die er zijn en wens overeenstemming te krijgen met de enige rechthebbende in mijn ogen, de maker.  Vraag aan een muzikant wat hij wil en tien tegen een, dat hij zegt; “Beroemd worden.” Daar help ik dan, net als die bokser soms een beetje aan mee, anders voel ik me net een bloemenkoopman die uit zijn eigen winkeltje niet eens een bloemetje mag meenemen.

Het geschreven woord

Terug naar de schrijvenden, de schrijvers in de nieuwe media. Als ik zo de artikelen hier en daar  lees, gaat het meestal om  journalisten. Dan met name nog de schrijvers om den brode pur sang. Ze zijn er in soorten en waarschijnlijk ook in maten. In wat nu de nieuwe media is hebben zij het moeilijk, precies als de muziekindustrie die nu ten ondergaat juist aan het nieuwe medium door de eenvoudige manier van repliceren. Control C en Control V.

Vroeger op de lagere school leerde je al over de stukjes in de krant. De eerste alinea was feitelijk, daarna kwam de inbreng van de journalist, zijn mening, zijn uitdieping, zijn getuigenverslag, zijn interviews. Over dat feitelijk stukje kunnen we kort zijn. Dat valt onder vrije nieuwsgaring en is zonder rechten. Niet geheel naar genoegen van de journalistiek trouwens, ik las laatst al ergens een betoog om bijvoorbeeld de persberichten van de politie af te schermen van het gewone publiek.

Het dappere autootje

Juist toen die vraag rees las  ik het verhaal in een internetkrant over die passerende politieauto die zo heldhaftig was opgetreden in een eerdere paragraaf van dit artikel. Juist toen ook ben ik politieberichten uit de regionale krant en op internet gaan vergelijken met deze persberichten. In veel gevallen was het ook hier “plain copy en paste”, grappig was dat dit zo opviel omdat het bloemige politietaaltje ook werd overgenomen. Daar dit ineens bij de politieberichten achterwege bleef, en ik toevallig in verband met een overlijden op het bureau was, heb ik even nagevraagd of er misschien een nieuwe voorlichter was, het viel zo op. Ik refereer hierbij onder andere aan een artikel over een oplettende surveillant die op het fietspad van de Noord Brabantlaan in Eindhoven een bromfietser ontdekte die zonder helm in de verkeerde richting reed.

Gewoon dus een politieman die in mijn ogen gewoon zijn werk deed, of is de taak van een surveillance slechts de voor criminelen zichtbare aanwezigheid of erger nog, lekker met je collega kleppen over alles wat je bezig houd, al toerend door de stad. Natuurlijk ben ik als burger best blij met de vangst, maar dat oplettende  is mij echt iets te veel, al helemaal als dit ook letterlijk in de krant is terug te vinden. Affijn op letterlijk overgenomen persberichten, of mededelingen via ANP kan een journalist natuurlijk geen rechten doen gelden anders dan alleen de plaats  waar ik het gelezen heb. Refereren kan altijd, maar er zit niets eigens in, dus waarom zou je. Je kunt er wel leuk misbruik van maken door juist WEL te refereren. Door ANP gepubliceerde epistels zijn namelijk soms bezijden de waarheid en gekleurd. Door een referte naar een krant, vermijd je dan de pek en de veren, als het bericht later onjuist is.

Linkjes op het net

Als een journalist wel waarde toevoegt en dit is duidelijk afgescheiden van het feitelijke is een bronvermelding natuurlijk wel het minste dat je als overnemer kunt doen. Sterker nog als wetenschapper moet ik dat wel doen, al hetgeen ik aandraag moet naspeurbaar zijn voor anderen die mijn werk willen controleren. Helaas heb ik dan niets aan verwijzingen naar links in de nieuwe media, omdat ik er geen macht over heb en een link morgen verdwenen kan zijn. Ik moet het dus veilig stellen en toegankelijk houden om mijn eigen werk te borgen. Geraadpleegde boeken waarvan ik verwijzingen opneem, zijn dus ook steevast in mijn bezit of er zijn kopieën gemaakt van de artikelen. Mijn werk, dat verwijzingen bevat, die niet, in laatste instantie via mij, zijn na te speuren zijn gewoon voor mij als niet geschreven.

Over dat linken is ook heel wat te vertellen. Bijna onder iedere artikeltje staat tegenwoordig wel een mogelijkheid om een link naar het artikel te verspreiden per email, twitter, facebook of anderszins. Dat vind men dan weer wel prima, terwijl deeplinken nog altijd als “not done”wordt beschouwd. Dit wordt bijvoorbeeld vaak gedaan in fora. Een plaatje bij je artikel door middel van een link naar de vindplaats. Dan genereer je verkeer, waar de plaatser niet om verlegen zit en soms zelfs voor de gebruikte bandbreedte moet betalen. Kranten vinden het linken blijkbaar prima, juist omdat het verkeer genereert. Want dat boost weer de statistieken en dat weer de marktwaarde voor een site, zodat reclame beter verkocht wordt. Overnemen van het artikel met een bronvermelding doet dat niet en wordt dus als ongewenst ervaren. Dat linken wordt dan weer als ongewenst ervaren door de contentaanbieders want heb je eindelijk een bezoeker op je site, dan jaag je hem zo wel weer weg.

Onderzoeksjournalistiek

Ten lange leste hebben we nog onderzoeksjournalistiek. In 1992 bestond het woord niet eens. (van Dale) en je kunt je afvragen of het nu wel zou moeten bestaan. Dagbladschrijvers die ook nog eens dieper ingaan op de beschreven materie. Al de inspanningen van het bijvoorbeeld undercover gaan, wat brengt het ons? Wordt een groep wetenschappelijk onderzocht heb je direct dit probleem. Maak je geen deel uit van de groep, zie je dan wel alles, je weet het niet. Maak je deel uit van de groep, maar blijf je op afstand en doe je niet daadwerkelijk mee, gedraagt de groep zich dan exact zo, dan als je er geen deel van uitmaakte, Doe je gewoon mee in de groep, (het pure undercoverwerk) is het resultaat dan niet mede bepaald door het eigen gedrag? Zo eenvoudig ligt het dus niet, met dat undercovergedoe. Een dergelijk epistel overnemen zonder bronvermelding is dus niet handig, want valt de originele bron door de mand, dan jij ook.

Bij echt wetenschappelijk onderzoek is dat anders, alles wordt vastgelegd en gepubliceerd. Dit op een zodanige wijze dat een ander het kan herhalen onder dezelfde omstandigheden. Komt er de zelfde conclusie, dan geldt dat natuurlijk als eervol naar de eerdere onderzoeker. Komt er een andere conclusie, dan volgt er een breed onderzoek naar de omstandigheden en altijd staat de waarheidsvinding voorop en niet het geldelijk gewin. Maar dat geeft nog steeds geen oplossing voor de rechtenkwestie in “de nieuwe media”.

We zouden net als bij lege cassettes, cdroms, dvd roms, en kopieerpapier een toeslag kunnen bedenken op uw internetverbinding. Dan worden er wel rechten betaald, maar net als bij genoemde voorbeelden, is het niet de maker die profiteert. Internet rechtenvrij houden zoals het oorspronkelijk bedoeld was is een optie, maar dan moet er bij vele contentmakers wel een knop om. Misschien besluiten ze wel om dan geen content meer aan te leveren, maar dat willen we in veel gevallen ook niet.

Diepvriesinformatie

Mischien moet het content anders worden. Daar voel ik wel wat voor. Dat nieuwssites op internet het nieuws van gisteren aanleveren. Daar is veel vraag naar. Kijk ik alleen naar mijn eigen persoon geniet ik van het online zetten van archieven. Het archief van de Leeuwarder Courant heeft mij veel geleerd over Kapitein Postma, mijn overgrootvader van moederszijde. Het gemeentearchief van Den Haag levert mij heel veel informatie over de woonplekjes en gedragingen van voorouders in het Haagse. Trouwe lezers van mijn blog weten dat. Nieuw nieuws was al gratis (vrije nieuwsgaring). Hoeven we alleen nog iets te bedenken voor de aan het nieuws geplakte eigen bijdrage van een journalist. De zogeheten verdieping, achtergrondinformatie etc. Voor een deel is dat eenvoudig. Internet is zo snel dat een gedegen achtergrondinformatie haast panklaar moet liggen, als zich iets voordoet. Op panklare “diepvries” info zit niemand te wachten, dus als er al zo iets is van toegevoegde waarde op een internetartikel dan is dat zeer beperkt. “Diepvries”info zie je nog wel veel op TV: het bekende legertje deskundigen dat bij calamiteiten wordt opgeroepen. Het spuit met zeer weinig informatie over het actuele allerhande info over ons heen met een hoog gehalte aan “alsen” en “indienen”. Ik denk dat het in deze niet nodig is te refereren aan de sketches van “Kooten en de Bie” met Hans Klavan. Neen, “diepvries” info, daar zit eigenlijk niemand op te wachten. De enige verdienste ervan,  was als bron voor die geweldige persiflage.

De minieme artikelen

Wat er dan nog rest is miniem. Zo miniem dat je denkt, is het de praat nog waard? Miniem, wat is miniem? Mag ik ter beroordeling  u een artikel voorleggen? Ik zal het uit het hoofd citeren en zonder bronvermelding, hetgeen echter niet betekent dat het uit mijn duim komt.

“Aan de Tongelresestraat is gisteravond brand uitgebroken op een zolder. De zolder is geheel uitgebrand, naastgelegen woningen hebben rook en/of waterschade. Er zijn voor zover bekend geen gewonden gevallen . Over de oorzaak is  nog niets bekend……BRONNAAM… Op dit artikel berust copyright.”

Wel: mijn opinie is dat er geen copyright op dit artikel rust, al zet je het er 10 keer onder. Het is niet alleen mijn opinie, het is de wet. Al mag je zoals altijd bij wet een slag om de arm houden. Nederlandse wetten zijn een crime op zich. Of iets nou wel mag of niet, er zijn altijd uitzonderingen. De kunst is dan een vorm te kiezen dat iets onder de uitzonderingen valt.

De wet

Copyright of de Auteurswet (1912)  is echter hier wel heel duidelijk.

Artikel 1

Het auteursrecht is het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.

Volgens Wikipedia;

De Nederlandse auteurswet bevat ook een bijzondere bepaling voor nieuws en ook een bepaling voor het wettelijk vrijgelaten beperkt eigen gebruik. De auteurswet is niet van toepassing op zakelijk geschreven nieuwsberichten (auteursrechten kunnen dan niet voorbehouden worden, ook niet als dit nadrukkelijk door de maker geclaimd wordt). Dit geldt echter niet voor achtergrondartikelen, opiniërende stukken, columns en dergelijke.

Hiermede is denk ik voldoende ondersteund dat op het genoemde brand voorbeeld geen copyright rust. Dan de andere berichten. De bijna letterijk geciteerde politiepersberichten. Op de website politie.nl staat ook een copyright vermeld. Een persbericht is natuurlijk wel bedoeld om verder te verspreiden, dus kopiëren mag met bronvermelding. Vind je een persbericht van de politie via Persberichten politie op Emea.nl, dan moet de bron vermeld worden en ook een “via Emea”. Deze heeft namelijk weer het auteursrecht op de dataverzameling. Kortom bij kopiëren wordt niemands recht geschonden.

De dataverzameling geeft direct weer een probleem. U weet vast dat in zo’n beetje ieder boek staat….Niets uit deze uitgave…enz. Ik trof het zelfs aan in het boekje Brabantse Spreekwoorden. (geldt overigens ook voor vergelijkbare uitgaven). Daar is het uiteraard weer “over de richel” . U mag de spreekwoorden gerust overnemen, slechts op de verzameling kan een auteursrecht berusten, immmers er is een stukje creativiteit geleverd…wat wel en wat niet.

Naast al die tekst hebben we natuurlijk ook nog afbeeldingen en foto’s die vaak een artikel verlevendigen. Op het gebruik van fotomateriaal rust ook auteursrecht en dat lijkt een stuk duidelijker, al is daar ook veel rechtspraak en jurispredentie over. Een foto van een doos op een wit vlak is rechtenvrij, de foto van een bestaande woning weer niet.

Als het een woning is van een speciaal karakter (bolwoningen, blomwoningen etc. is er weer wel auteursrecht). In de openbare ruimte mag gefotografeerd worden maar wel met een handcamera. Afgebeelde personen kunnen onder portretrecht vallen en kunstwerken mogen in de openbare ruimte worden vastgelegd als deze kunstwerken permanent zijn opgesteld in deze openbare ruimte, op voorwaarde dat ze zoals zodanig worden afgebeeld. Ik neem aan dat hier bedoeld wordt een stukje omgeving meenemen. Ik mag dus niet een door X gemaakte foto publiceren van bijvoorbeeld een station, maar mag zelf wel deze foto gaan maken en publiceren. Is er dan nog verschil in deze digitale tijd met een foto van het beeldscherm? (printscreen). Graffiti valt onder de kunstregel, maar sinds wanneer is graffiti permanent? Kortom, hebben we eindelijk enige duidelijkheid (minus de grensgebieden) de illustraties maken het wat moeilijker. Niet alleen voor mij en voor u maar ook voor Telegraaf, Nu en anderen.

Afbeeldingen bij artikelen

Een voorbeeld dat het gebruik van afbeeldingen bij tekst weergeeft is een artikel uit de Telegraaf over (vermeende) fraude bij straatcoaches in Amsterdam. De Telegraaf publiceert een vraaggesprek met enkele van deze coaches en “versiert” het artikel met een afbeelding, een foto van de Stopera. Nu.nl neemt het artikel over met bronvermelding maar plaatst een abeelding van jongeren zittend op een kademuurtje. Een plaatselijk internetkrantje neemt het artikel over met bronvermelding Nu.nl en plaatst bij het artikel een foto (via Google gevonden)van een op de rug geziene straatcoach . Op de rug van zijn jas is het logo zichtbaar van To Serve and Protect (TSAP). Dat lijkt zeer passend maar levert ze het volgende commentaar van TSAP op.

Na de negatieve berichtgeving over het slecht functioneren van de straatcoaches in Amsterdam, worden ons veel vragen gesteld door (terecht) bezorgde opdrachtgevers, journalisten en andere belangstellenden.

To Serve and Protect (TSAP) levert al sinds oktober 2009 geen straatcoaches meer aan de Stichting Aanpak Overlast Amsterdam (SAOA). Het contract is destijds, na een aanbesteding, gegund aan Trigion. De werkwijze van Trigion is blijkbaar anders dan die van TSAP – zo werken wij bijvoorbeeld niet met quota. Is er niets te melden, dan is er niets te melden.

Toch wordt er beeldmateriaal van TSAP-straatcoaches en het TSAP-straatcoachlogo gebruikt in de media om de berichtgeving over de malversaties in Amsterdam te begeleiden. Wij verzoeken de media geen beelden meer uit te zenden of foto’s te plaatsen waarop onze straatcoaches en ons logo te zien zijn.

Wij distantiëren ons volledig van de gang van zaken in Amsterdam. Met lede ogen zien wij aan hoe het straatcoaching, zoals wij dat succesvol in Amsterdam hebben geïntroduceerd, in een negatief daglicht komt te staan en beneden peil functioneert.

Nog erger vinden wij het voor onze eigen straatcoaches. Zij werken, keihard en zeer consciëntieus, op dit moment in Almere, Veenendaal en Culemborg aan het veiliger en leefbaarder maken en houden van buurten en wijken voor alle bewoners, jong en oud. Zij verdienen het niet om hun vak zo te schande gemaakt te zien worden.

En zo blijkt maar weer dat het lastig is om passend beeldmateriaal bij een artikel te plaatsen. Misschien wel daarom dat Nu en Telegraaf zich beperkt hebben tot het plaatsen van dertien in een dozijn fotomateriaal. Al kan ik het mij voorstellen dat nu vier gedupeerde jeugdigen opspringen omdat zij zijn afgebeeld naast een stuk dat over moeilijke jeugd gaat.

Tot slot

Het lijkt er op dat er geen wettelijk kader is voor journalistieke media op mobiele platforms. Immers de bijdragen zijn kort en zakelijk, er zit nauwelijks een eigen bijdrage aan. Daar waar dat wel zo is, geldt natuurlijk wel auteursrecht, maar dan nog alleen op dat stuk, dat enige creativiteit heeft verlangd. Wil men revenuen halen uit een website voor mobiel gebruik, zal dit uitsluitend kunnen door de verkoop van reclamecapaciteit en eventueel een afgeschermde  site, die slechts tegen betaling zichtbaar is. Men zou ook met een “lees verder”knop een “pay per view” kunnen verlangen . Het hangt echter volledig van de concurrentie af, of zoiets een kans van slagen heeft, nog daargelaten of een site-eigenaar dit wenst. Ook, maar dit valt buiten dit artikel, kun je je afvragen hoelang de levenscyclus zal zijn van het mobiele internet zoals we dat nu kennen en in verband daarmee een terugverdientijd van investeringen die je moet doen om een website zo in te richten dat hij, uitgezonderd reclame, nog andere revenuen genereert. Misschien is het nog niet zo gek om te redeneren zoals ik al jaren doe, mijn website is een cadeautje voor de wereld. althans voor wie het wil. Ik betaal de kosten rond mijn domeinen en ik betaal voor hosting en ik betaal voor bandbreedte. Ik vermeld mijn bronnen en geef de makers van stukjes freeware de credits die ze verdienen. Ik ben wars van reclame op mijn site en ik meet niet eens het verkeer. Op mijn beurt ben ik blij met iedereen, zowel personen als instellingen die dat ook doen. Want dat is internet in optima forma. Ik zie me nog op mijn fietsje gaan naar het gemeentearchief op de Loosduinseweg in Den Haag. Dagenlang zoeken in enorme kaartenbakken, indexkaartje voor indexkaartje, later werd dat het ijspaleis met microfiches honderden indexkaarten tegelijk voor je neus. 30 jaar later tik je op de archiefsite een naam in en je verleden staat voor je neus. Deze ontwikkelingen zijn alleen maar mogelijk door inzet uit enthousiasme en niet uit winstbejag.

Duidelijk is wel dat op dit artikel overduidelijk auteursrecht geldt. Overname met bronvermelding mag van mij echter. Sterker nog, het is gewenst, omdat ik hoop dat het een discussie in een ander licht plaatst. Wat betreft mijn eigen websites, ik ben een contentgenerator met voornamelijk eigen werk. Daar waar ik werk van anderen plaats is er normaalgesproken minstens een bronvermelding. Daar wat dat niet gebeurd is, is er sprake van onzorgvuldigheid of een niet duidelijke  bron. In ieder geval, gebruik ik, wat ik vind dat ik moet gebruiken, zonder dat ik daarmee afbreuk wens te doen aan rechthebbenden, maar wel zonder toestemming vooraf. Constateert men afbreuk, inbreuk, stel mij hiervan dan onmiddelijk op de hoogte, dan komen we er wel uit.

Geraadpleegde bronnen:

  • Telegraaf.nl
  • Nu.nl
  • Grootoost.nl
  • Ed.nl
  • Eindhoven.dichtbij.nl
  • Wikipedia
  • politie.emea.nl
  • Gemeente archief Den Haag
  • Archief Leeuwarder courant
  • Archief strafkoloniën
  • SAOA
  • tsap
  • BOL.COM
  • ANP
  • Buma
  • Amazon.com
  • Politie.nl
  • Eigen archief en boekenrij

Parkhotel Den Haag

Wednesday, March 2nd, 2011

Ik wandel nog altijd vele genoeglijke uurtjes. Vroeger op straat en sinds mijn buikje wat is toegenomen en de hoeveelheid hoofdhaar wat verminderd, meer en meer op het internet.Vandaag neem ik u mee op wandeling door Den Haag, een reis die eigenlijk ook een beetje een tijdreis is geworden. We blijven op één plek en maken een reis door tijd, stijl, sfeer en ambiance. Meer precieze plek is de Molenstraat 53 , ook wel bekend als Parkhotel. Aan het begin van de 19e eeuw was dit een schoolgebouw. Uit die tijd stamt nog het Berlage trappenhuis. U merkt het voor een goede stadswandeling met interessante plekken hoef je nooit ver te lopen. Ook op internet niet, mijn verleden blogs over het middenstandshuis, de woning van mijn overgrootvader, en het paleis liggen allen binnen een cirkel van 200 meter. Het stukje tekst dat u nu leest is echter net opgehaald bij onze Amerikaanse server dus afstand, ach het blijft een relatief begrip. Ook en dat zal een trouw bezoeker van onze homepage wel gemerkt hebben, zijn er heel wat oude ansichtkaarten te vinden in de fotogalerij en webcards delen. Op zoek naar nieuw materiaal kwam ik weer een plaatje tegen om u tegen te zeggen. Ik kan er echt lang naar kijken en ontdek steeds iets nieuws. Uiteraard wil ik het u niet onthouden, kijkt u rustig, neemt u alle tijd om de sfeer en ambiance op te snuiven.

parkhotel

Parkhotel, zou dat nog bestaan denk je en uiteraard geeft het internet met een prachtige hotel website het antwoord. Er zijn ook foto’s op de site.Op een der foto’s komt het plafond bekend voor. Het is dezelfde zaal, gemoderniseerd in 2005. Strak, kil, overgeorganiseerd, aantal tafels gemaximaliseerd. Heel de sfeer en ambiance uit het begin van de vorige eeuw is verdwenen. Toch kan het zijn dat u het mooier vind, mooier dan de op Delcampe gevonden ansichtkaart. Oordeelt u zelf.

Wat een verschil. Over smaak valt niet te twisten, ik zeg dus niet dat ik het een mooier vind dan het andere. Misschien zou de zaal nu wel leeg blijven, als hij nog oogde naar de eerste afbeelding. Wellicht ook dat de warenwet van tegenwoordig de inrichting van toen niet meer op prijs stelt. Verder speuren vond ik trouwens op het historie-residentie net nog een afbeelding van voor de modernisering in 2005. parkhotel3 Het is dus een echte reis door de tijd geworden. Voor wie meer over het Parkhotel en zijn geschiedenis te weten wil komen en ook even op internet wil rondbanjeren kan ik de volgende tips geven. http://historie.residentie.net/parkht.htm met trouwens veel meer informatie over het oude-centrum en Den Haag en natuurlijk de website van het hotel http://www.parkhoteldenhaag.nl. Ook eens avonturen op de internetveiling van Delcampe (www.delcampe.net). Ik koop er regelmatig en ben zeer tevreden.

Hendrik Julianus Erkelens

Thursday, February 10th, 2011

Het zat er een keer aan te komen maar toch nog onverwacht is op 16 december mijn tante overleden, 9 jaar na haar man. We zijn niet echt familieziek binnen onze familie en wat ruzies waren er de oorzaak van dat we zeker 20 jaar al geen contact hadden. En dan ineens belt de politie op, tante is levenloos aangetroffen in het toilet van haar woning. Uit gesprekken met buren die haar steevast niet bij de naam noemden maar haar kenden als het “Haagse vrouwtje”wordt veel duidelijk.

Mijn tante en oom beide Hagenezen pur sang, zij huisvrouw en hij in leven rijksambtenaar bij de PTT hebben een woonverleden van vele Haagse jaren o.a. aan de Diamanthorst en aan de Barnsteenhorst. 28 jaren geleden waren ze na een reguliere vakantie in Meijel vastbesloten te verhuizen naar een vinexwijk in groeistad Helmond.
Sinds de dag dat ze hun huisje daar betrokken kende het stel een enorme heimwee naar Den Haag. Als je ze sprak draaide daar ieder gesprek wel op uit, tot vervelens toe. Beide lichamen zijn nu terug in Den Haag. Begraven op de RK begraafplaats St. Barbara waar ze een familiegraf hebben. Nadat ik de sleutels van het huis heb gekregen aan mij de taak om het leeg te maken. Een moment om door te dringen aan tasbtare en minder tastbare herinneringen aan een Haags verleden van hen, maar ook van mij. Foto’s waren er niet veel en ook niet veel familiedocumenten die een tipje van de sluier over groot en voorouders kon lichten. Over Ome Sjaak wist ik helemaal niet veel. Een zeer rustige man die we in de Haagse tijd meestal ontmoeten op Midden Noord in het Zuiderpark. Na zijn verhuizing zat hij meestal op zondag in een hoekje naar de radio te luisteren want de verrichtingen van ADO, FC. Den Haag/ Ado en  FC Den Haag werden miniem gevolgd. Wat zou hij nu trots zijn op onze club, die als vanouds presteert.

In het huisje trof ik twee schilderijen aan. Geen Rembrandts en vol fouten als een tegen de klok in draaiende klok.
Op een der werken stond geschreven ; Door H.J. Erkelens-Sr 28 april 1935, Den Haag – Voor moeder haar 65ste verjaardag. Aan de beeldzijde een interieurtje met o.a. een aardappelschillend meisje en de eerder genoemde valse klok. interieur met aardappelschillend meisje

Op het andere werkje staan twee runderen bij een schuurtje.

Runderen door H.J. Erkelens

Een snelle zoektocht op internet levert alleen op dat er een H.J. Erkelens is geweest, die huis en kunst schilder was. Later kwam het trouwboekje van tante en oom boven water. Oom Sjaak Rodenburg bleek een zoon te zijn van Marinus Rodenburg en Wilhelmina Erkelens. Door de namen Erkelens werden de schilderijen en de familie met elkander verbonden , maar hoe zat het nu precies.  Maar eens raad gevraagd bij de in genealogie zeer bedreven Karel Uittien die wonderlijk genoeg binnen enkele uren reageerde met de antwoorden.

Hendrik Julianus ERKELENS, huisschilder (1890) hofbeambte (1918), geboren te
‘s-Gravenhage op 08-06-1869.
Gehuwd op 21-jarige leeftijd te ‘s-Gravenhage op 18-06-1890, met de 20-jarige
Wilhelmina BERKHUIJSEN, geboren te ‘s-Gravenhage op 29-04-1870,

Uit dit gezin kwamen maar liefst 8 kinderen voort Lodewijk Willem, Wilhelmina, Hendrik Julianus,Francoise Levina Suzanna, Klaas, Johannes Carolus, Paul Johannes en Karel Albert. Het tweede kind en oudste dochter, Wilhelmina, was dus de moeder van mijn oom Sjaak.(Jacques). Hij moet ook nog een zus gehad hebben met de naam Wilhelmina Petronella geboren op 1 juli 1919, van haar bespeur ik echter niet veel.

Wat dat hofbeambte inhield is onbekend maar op internet kwam ik ook beroepen bij zijn naam tegen als palfrenier en kamenier. Buiten de Haagse jaren is hij enkele jaren werkzaam geweest in Apeldoorn en verder staat als zijn adres opgegeven Noordeinde 72 (kon. paleis). Dit laatste geeft dan weer wat licht bij een aantal oude foto’s uit het verder schamele bezit. Een man in burger rok uniform, Dit moet dus Hendrik Julianus Sr. de schilder,kamenier, hofdienaar en palfrenier zijn geweest.

Een vrouw op een oude foto is dan ongetwijfeld Wilhelmina  Erkelens- Berkhuijsen geweest.

In het huis was van alles te vinden, in het naaidoosje tussen de oude knopen een camee en een hanger  met delfts binnenwerk tussen de fietsonderdelen in het schuurtje.

Erg rijk zullen we er wel niet van worden, maar het is zo enorm leuk om alleen namen en data in kwartierstaten eens afgewisseld te zien met tastbare hebbedingetjes van de “gewone” man uit het Den Haag van begin vorige eeuw.

Bordewijk, het middenstandshuis

Sunday, September 19th, 2010

het eiberschildHet is een blok van zes huizen, met tien deuren, aan weerszijden een tweetal boven- en benedenwoningen, in het midden een paar smalle herenhuizen. Minder echter dan een blok is het een huis, een tiendeurig huis, vooral van hier gezien, omdat het bekroond wordt door een ontzagwekkend brok pannendak als een zwart begruisde bergvlakte, mogelijk het hoogste dak uit de particuliere Haagse woningbouw.

Dat heb ik eerder gelezen, denkt u? Zou best kunnen. Het is een citaat uit de inleiding van “Het Middenstandshuis” van Ferdinand Bordewijk . Één van de fantastische vertellingen uit “Het Eiberschild”.

Het verhaal handelt om een vreemde woning, of eigenlijk meerdere woningen en zijn bewoners. Bordewijk een scherp opmerker en briljant schrijver laat in het verhaal “Het middenstandshuis” zien wie de bewoners zijn met elk hun eigen verhaal. De aannemer van Galen in Het herenhuis en de schilder Meerborger. Zij zijn de hoofdpersonen in het verhaal, doch eigenlijk gaat het Bordewijk niet om de personen het gaat hem om het huis.

De architect is hem onbekend, maar het vreemde van het huis is hem opgevallen. Één gigantisch dak en daaronder zes aparte huizen. Van mijn Haagse jaren waarin ook ik veel door de stad wandelde was het mij nooit opgevallen. Ik kende het verhaal van Bordewijk toen ook nog niet. Nu woon ik al lange jaren niet meer in Den Haag maar lees steeds meer over de stad van mijn jeugd.
Bordewijk is een fantastisch verteller en samen met de boeken van Bordewijk en bijvoorbeeld het fotoboek Den Haag en omstreken in 19de-eeuwse foto’s krijg je een prachtig beeld van het leven eind 19de en begin 20ste eeuw.

Bordewijk hoeft maar te verhalen over de baders aan het Noordzeestrand, de mannen in hun afgrijselijke streepjes badpakken of het foto boek levert er de plaatjes bij. Een geweldige combinatie maar er is meer.
Kent u Google-maps en Google Earth? Twee fantastische programma’s die u over de wereld laten reizen en soms inzoomen tot de straattegels  uw schermpje vullen.

Loopt men de Breedstraat uit, dan heeft men het tegenover zich, aan de andere kant van de vaart.
Googlen dus maar op Breedstaat, en zowaar. Zoom je in op het punt dat Bordewijk beschreef, zie je op die plek een enorm dak, nu in tegenstelling tot Bordewijk schreef met een gewoon oranje pannendak, in plaats van de zwarte pannen. Het valt onmiddellijk op in vergelijking met andere daken in zijn omgeving. Al inzoomend op het dak, onderwijl bordewijk als gids in de hand, klopt zijn minitieuze beschrijving van de twee dakkapellen aan de voorzijde, zijn beschrijving van de schoorstenen aan de zijden en op het dak. Evenzo zijn beschrijving van het dak aan de achterzijde met hellende en rechte ramen en talloze rookkanalen klopt nauwgezet.

Het genoegen van Streetview kennen we ook op deze plek, dus zoeken wij de voorzijde van het pand.
Zowaar. Alle panden op deze foto zitten onder het zelfde pannendak.  Alles wat Bordewijk beschrijft over de panden klopt. Dit maakt het lezen van Bordewijk tot een genoegen, het hele verhaal begint te leven voor je ogen.
En dat dankzij Google en een paar toetsen op je computer.

De enigen die het kunnen verpesten zijn bewindslieden in Den Haag. Hun vernieuwingsdrang zou er best wel eens toe kunnen leiden dat over een aantal jaren het pand is gesloopt en vervangen door een modern stuk beton met glas. Hetzelfde overkwam mij aan de tegenover dit pand gelegen Kalkoenstraat. Hier woonden mijn overgrootouders in de laatste jaren van hun leven. Van hun armetierige huisje rest niets meer, behalve een foto in het Gemeentearchief.

Bronnen:

  • Gemeentearchief Den Haag
  • Het Eiberschild,F.Bordewijk,Salamander
  • Den Haag e.o. in 19de-eeuwse foto’s, Kees Nieuwenhuijzen,van Gennep Amsterdam

Kringloop Holland

Thursday, August 26th, 2010

De laatste tijd kreeg ik heel wat ellende te verwerken. Het onverwachte telefoontje met de vreselijke strekking dat mijn moeder overleden was en al de perikelen daarna.

De begrafenis, de afwikkeling van de erfenis en uiteraard het vrijmaken van de woning voor een volgende huurder. Mijn moeder was een echte bewaaraap (gelukkig). Ik heb het niet van een vreemde en dus was het leegmaken  van de woning een heidens karwei. Veel is weggegooid, memorablia verdeeld  en dan blijf je zitten met de gebruikelijke zaken. Een rood stoffen bankstel van een paar jaren oud en natuurlijk nauwelijks slijtage. Een salontafel waar ze heel zuinig op was, en in goede staat verkerende buffetkastlampen van eenvoudig tot design en veel veel meer. De erven hebben natuurlijk hun eigen leven en al dat soort spullen hebben ze niet nodig.

Mijn moeder, toch altijd al bezig met haar eigen overlijden, had in de begrafenis map ook het telefoonnummer van Kringloop Den Haag gestopt. Als je steeds van Eindhoven naar Den Haag verkast probeer je alles zo planmatig te doen, maar door een rare zet van een der erven moest het huis echt leeg zijn binnen 3 weken na de begrafenis, kortom een hele korte periode, vooral als het leeuwendeel van het werk op 1 persoon (mij neerkomt) . De kringloop gebeld op maandag en Kringloop Den Haag had pas tijd en zin na september. Kan gebeuren, ik heb hoegenaamd geen inzicht in het reilen en zeilen van zo’n club. De volgende maar gebeld. Kringloop Holland.

Vergeet daarbij allereerst maar hoe je heet, het allochtone belteam is niet in staat zonder vreselijke verbasteringen je naam uit te spreken. Je wordt steevast een aantal malen doorverbonden en aangezien ruggespraak ietwat te hoog gegrepen is mag je je verhaal meerdere malen doen. Zo zwerf je van nationaliteit van origine naar nationaliteit  van origine, met allen een andere maar zeer beperkte woordenschat van het Nederlands.

De strekking van mijn verhaal was dacht ik duidelijk. Het overlijden van moeder, het huis moest leeg op donderdag en er stonden nog zeer bruikbare goederen als meubels, huisraad en dergelijke. Of men een wagentje wilde sturen om een en ander op te halen voor donderdag. Om een lang verhaal kort te maken, de afspraak is gemaakt op woensdag 10 uur en tevens werd ik er op attent gemaakt dat glaswerk in dozen moest en boeken in minstens zoiets als vuilzakken. De snel ingeschakelde hulptroepen zijn hierna uren bezig geweest met alles in een tiental verhuisdozen te pakken.

10 uur, voor mij een zeer ongemakkelijke tijd, immers de 153 km die afgelegd moeten worden zijn file en drukte gevoelig, vooral de ring rond Rotterdam is beroemd. Daarom ben ik maar opgestaan om 4 uur en naar Den Haag vertokken. Ruim voor 10 uur was ik aanwezig en redelijk op tijd verscheen voor het huis een klein bestelautootje met een grote man achter het stuur.

Toen ik later met de klacht belde, vroegen ze of het een Egyptenaar was. Weet ik veel, hoe herken je dat? In ieder geval niet aan zijn gewaggel op de galerij, dat leek niet erg op “walking like an egyptian”, zoals ik dat in mijn hoofd heb. De man verscheen met een schrijfblok en uiteraard kon ik het niet nalaten op te merken dat zijn wagentje wel erg klein was, en alleen een bankstel tillen leek mij ook niet handig.  Het was, zo verklaarde hij, ook helemaal niet de bedoeling dat hij wat op kwam halen, hij was de schouwer en kwam alleen maar even kijken wat er was. Volgens zijn agenda mochten we vrijdag de ophalers verwachten.

Dat was niet de afspraak, vandaag is vandaag, ik blijf niet op en neer rijden. Ik wil dat jullie een auto sturen en het vandaag nog ophalen. Nou dat kon niet. Er was een “planning”. Als het gaat om logistiek, plannen en alle andere tools in het bedrijfsleven hoef je mij, als wetenschapper in die materie, niets te leren. Ik viel om van verbazing, een planning en nog wel een waar niet van af te wijken viel. Ik ken ze, de  planningen van dit soort werk. Personeel dat tussen de afspraken door zeeën van tijd heeft. Nou ik heb de schouwer toegevoegd dat hij weer s’gauw terug kon gaan naar waar hij vandaan kwam, al zal hij de woordgrap niet begrepen hebben.

Dan pak ik de telefoon en ga ik bellen. Ik heb een ernstige klacht en wil iemand spreken. In vreemd accent “Waar gaat het over? “. Dat zeg ik toch een klacht, geeft u mij in hemelsnaam iemand die klachten behandeld. “Als u mij niet vertelt wat voor klacht, kan ik u niet doorverbinden” . “Geeft u mij dan maar iemand van de directie”. Het telefoon gesprek wordt hierna onbeleefd en onaangenaam en ik breek af.

ff pollen via thuis op internet. Meneer Hans Jurgen Klein is de algemeen directeur. Die maar eens gepoogd om aan de lijn te krijgen. Nou meneer Klein is groot in zich verstoppen achter talloze nauwelijks Nederlands beheersende mensen die maar 1 ding willen weten. Waar gaat het om. Als ik dan zeg dat dat tussen mij en mijnheer Klein is, wordt je wederom niet geholpen. Het maximaal haalbare is teruggebeld worden, uiteraard gebeurt dat niet en zo blijf ik zitten, met mijn klacht en de spullen.

Andere kringlopen gebeld, maar die konden niet binnen afzienbare tijd iets ophalen (waarschijnlijk hetzelfde probleem) of bevonden zich in andere plaatsen, gebieden en blijken er ook nog eens een soort van ketenafspraken te zijn. Dus maar een patjepeeër gebeld. Van hem mocht het bij het grof vuil. Volgende kwam zowaar langs en zag geen handel. De derde nam het waardevolle exclusief de grotere meubelen mee.

De situatie savonds, ik heb nog een en ander meegenomen, heb geen plaats meer maar ja, grofvuil is ook zo zonde. De boeken, ook nog een selectie in gemaakt en de rest bij het oud papier. De rest gaat vanavond bij het grofvuil. SCHANDE! Temeer omdat ik de afgelopen tijd wel eens in die kringloop winkel Holland ben geweest (Beresteinlaan en Kerketuinen). Veel is te vies om aan te pakken , door elkaar heen gedonderd, slecht van kwaliteit en vreemd genoeg in mijn opinie veel te duur voor mensen die daar afhankelijk van zijn.

Mijnheer Klein heb ik niet meer gesproken, maar het feit blijft dat men zich niet aan de afspraak heeft gehouden, namelijk het om woensdag 10 uur afhalen van de goederen. Dat men een schouwmethode heeft doet daar niets aan af. Ik was daarmee onbekend en er is over de telefoon niet over gesproken. Met mensen en instellingen die zich niet aan afspraken houden is het kwaad kersen eten en ik geef u dan ook van harte het advies u verre te houden van Kringloop Holland en de Stichting die daar achter zit.