Archive for November 15th, 2016

De redder van het Koningshuis

Tuesday, November 15th, 2016

umi1469 á la Daumont bespannen open rijtuig

Op 19 februari 1887  kreeg H. M., die met het Prinsesje Zaterdag in een à la Daumont bespannen open rijtuig was uitgereden, op den Scheveningseweg een ongeval. De aanleiding tot het op hol slaan der paarden moet, naar men verzekert, gelegen zijn eensdeels in de bijzondere dartelheid der paarden, waarop de pikeur met het oog op den feestdag reeds te voren had gewezen, en anderdeels in het schichtig worden van een der paarden nabij het Scheveningse tolhek, waarschijnlijk door het gerinkel der lampions die in de erepoort voor Buitenrust werden ingezet. De pikeur kon de paarden niet houden en werd van het zijne afgeworpen. De lakeien die achter zaten, sprongen met het doel om hulp te bieden, in de Zeestraat van het rijtuig, maar konden dit niet meer bereiken. In het Noordeinde kwam het rijtuig van H. M., nabij de achterpoort die toegang geeft tot de achterplaats van het Paleis, eerst in lichte botsing met een equipage van een dame uit Voorburg.

umi1498De jonge Antonie Kabelaar

De koetsier Kabelaar, die met zijn zweep in de hand de hollende paarden tegemoet liep, bracht op dat ogenblik de dieren een slag voor den kop toe, greep ze, en bracht ze met behulp van den stalhouder Wegman tot staan. Deze Anton Kabelaar, 25 jaren oud, is koetsier bij den stalhouder Hulselman aan de Stationsweg en gewoonlijk bestuurder van het rjjtuig van Dr. Stein. Dien middag was hij vrij van het dokterrijden en reed hij een ander gezelschap. Bij het Paleis zag hij van den kant der Zeestraat het rijtuig met de hollende paarden aankomen. Hij had de tegenwoordigheid van geest om zijn rijtuig ter zijde te sturen, van den bok te springen, een jongen toe te roepen voor zijn paard te zorgen, en met de meegegrepen zweep de aankomende paarden voor den kop te slaan. Van het ogenblik dat zij voor den slag terugdeinsden, maakte hij gebruik om het ene dier bij den teugel te grijpen, terwijl de huurkoetsier Wegman, wiens stal er vlak bij is, toeschoot en het andere paard greep. Toen boden verscheidene personen hulp. Allereerst de heren Tromp, Sandick en Wisdom, de politieagenten Blom, Van Dijk en Van Houten, en een viertal werklieden, Nijbakker, Rolvest, Veegerstein en Van Duren, in dienst bij de firma P. Mouton en Zoon. Ten paleize is de juiste toedracht der zaak bekend en door ‘s Konings stalmeester, baron Van Heemstra, zijn de nodige informaties overal ingewonnen, ook naar den eigenaar ener equipage, die in het Noordeinde, vóór de kloeke en geslaagde daad van Kabelaar, lichtelijk moet zijn aangereden. H. M. de Koningin, die aan grote angst ten prooi geweest was, terwijl het Prinsesje zich schreiende aan haar vastgeklemd had, keerde te voet naar het paleis terug, vanwaar zij een half uur later in een ander rijtuig uitreed.

Een beloning

Uiteraard hoort bij een heldendaad een beloning en daarom heeft Zijne Majesteit een wekelijkse toelage toegekend van 5 gulden. Daarnaast zal hij een medaille ontvangen. Door de Burgemeester van ‘s-Gravenhage, is in zijn hoedanigheid van hoofd de gemeentelijke politie een diepgaand onderzoek ingesteld naar de omstandigheden, waaronder het hollend voertuig, met daarin Hare Majesteit  de koningin en Hare Koninklijke Hoogheid de Prinses Wilhelmina, tot stilstand is gebracht. Hij heeft van dit onderzoek een verslag gemaakt, waaraan H. M. haar goedkeuring heeft gehecht. In het verslag wordt erkend, dat op het ogenblik van het tot staan brengen van de paarden hun de zweepslag door Anton Kabelaar is gegeven. Maar niet tot klaarheid is gebracht de omstandigheid dat vrijwel op het moment van de zweepslag het rijtuig in botsing was gekomen met een ander rijtuig. Dat de paarden tot stilstand zijn gekomen kan ook geheel of gedeeltelijk door de aanrijding zijn ontstaan. Dat hierbij wordt voorbijgegaan aan het feit dat Kabelaar eerst zijn rijtuig aan de kant moest zetten en daarna van de bok afspringen om op de paarden van H.M. af te gaan is blijkbaar niemand opgevallen…. Nou Niemand….

Voor vele Hagenaars en koningsgezinden was Anton de held van de dag, hij was er toch maar tussenin gesprongen, en had daarmee voorkomen dat de vierde en laatste troonopvolger geboren in de huwelijken van Willem III wellicht gewond of erger zou raken. Let op, ik laat het vaderschap van Willem III wijselijk in het midden en beperk mij tot in het huwelijk geboren. Er ging op initiatief van de brave burgerij dan ook een intekenlijst in de rondte.

De heer R. Baron Collot ‘d Escury uit het Noordeinde zond hem uit dank een fraai massief zilveren lucifers-doosje waarop aan de ene zijde gegraveerd staat: Voor moed, beleid en trouw en aan de andere kant 19 Febr. 1887. Een visitekaartje ging erbij met de woorden”Aandenken van R. Baron Collot ‘dEscury aan A. Kabelaar. De heer F.B. van Ditmar te Utrecht zond aan Kabelaar een fraai album met daarin zijn uitgave: Ons Prinsesje en Onze Koning, met daarbij de woorden: Aangeboden aan de heer A. Kabelaar, den redder van Neerlands hope, door F. van Ditmar Uitgever.

Namens 120 Hagenaars uit verschillende stand werd hem door een lid van de commissie, die zich voor dit doel gevormd had een geschenk aangeboden als blijvende herinnering aan zijn moedige daad van 19 Feb. jl. De spreker bood hem dit geschenk aan met een passelijk woord, constateerde dat hij zijn leven in de waagschaal had gesteld om dat van Neerland’s Koningin en het geliefde Prinsesje te redden, dat alle Nederlanders hem daarvoor dankbaar waren en dat velen bereid waren bevonden hem te tonen dat’moed, beleid en trouw nog in Nederland worden geëerd.

Wat dit huldebewijs vooral merkwaardig maakt, was dat in dit kleine gezelschap tegenwoordig waren de twee ooggetuigen, die ten volle bevestigden dat Kabelaar het eerst de paarden met zweepslag en door ze bij de teugels te grijpen tot stilstand bracht, nadat ze een eindweegs voorbij het onbeschadigde rijtuig waren voortgehold, waarmede de aanrijding plaats had, die aan hun vaart een andere richting gaf. Kabelaar dankte op de meest eenvoudige wijze voor dit bewijs van waardering, en deelde nogmaals de toedracht der zaak mede. Hij zowel als zijn oude vader waren zeer erkentelijk dat het publiek zijn handeling waardeerde. Het geschenk bestond uit een zeer fraai gouden remontoir-horloge met de inscriptie in de kast: ..Aan Anton Kabelaar, 19 Februari 1887.” De wijzers zijn eveneens van goud en met diamanten Stenen bezet, alsmede een gouden ketting behorende bij het uurwerk. Tevens is er nog afzonderlijk bijgevoegd een gouden medaillon, in de achterkast waarin het stedelijk wapen is gegrift. Het medaillon bevat de portretten van H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Wilhelmina. Voorts werd Kabelaar verrast, met de prachtig door de heer J. C. Bautz, te ‘s-Gravenhage, gekalligrafeerde naamlijst van de 120 schenkers van alle rang en stand, welk kunstwerk gevat is in een eenvoudige zwartbruine lijst. De volgende vererende opdracht, eveneens keurig gekalligrafeerd, zal Kabelaar ongetwijfeld aangenaam hebben getroffen . Den 19de Febr. 1887, toen alom in den lande de geboortedag van Z. M. den Koning werd gevierd, sloegen de paarden van het rijtuig waarin de Koningin en H. K. H. Prinses Wilhelmina gezeten waren, op hol „Anton Kabelaar mocht het door zijn moedig gedrag en zijne grote tegenwoordigheid van geest gelukken de paarden tot staan te brengen.  Zijn heldendaad redde naast het leven ener geliefde Vorstin dat van Neerlands dierbaar kleinood. „Als blijk van welverdiende hulde en innige dankbaarheid ” werd hem door onderstaande ingezetenen van ‘s-Gravenhage een gouden horloge met ketting vereerd.”

25 jarig jubileum

In 1908 verschijnt er een ingezonden brief in het Nieuws van de dag waarin schande wordt gesproken van de armzalige omstandigheden waaronder Anton Kabelaar zou leven. Het Avondblad vermeld dat deze brief niet geheel zonder fouten is. Kabelaar heeft voor zijn heldendaad een gouden horloge met inscriptie gekregen en pogingen om in zijn armzalige toestand verbetering te brengen waren afgeketst. De reden van dit afketsen wilde men niet vermelden. Wel blijkt nu dat Willem III daags na het ongeval op een weiland aan de Loosduinseweg zijn neergeschoten. Zijne majesteit was van mening dat om herhaling te voorkomen deze paarden niet werden verkocht of voor andere doeleinden gebruikt. In 1912 zien we een kort bericht in de krant dat het vandaag op de kop af 25 jaar geleden is dat Kabelaar zijn heldendaad verrichtte. Andere kranten berichten er iets meer over omdat zich velen ineens als dé redder manifesteren, niet alleen de mensen genoemd aan het begin van dit stuk, er was er zelfs een die zich er op beroepen kon “ho paarden ho”geroepen te hebben.

In 1915 vinden we Anton Kabelaar inwonend aan de Paviljoensgracht 139 , het eerste huis vanaf de Zuidwal aan de zijde van de Doubletstraat. De deur rechts van de “hemelpijl.”

 

umi1516

50 jarig jubileum

In 1937 woont Antonie aan de Amsterdamse Veerkade 35a. Het is dan op 19 februari precies 50 jaar geleden dat hij de paarden wist te stoppen. Hij verkeert nog steeds in zeer armoedige omstandigheden. Het 50 jarig jubileum levert hem als aandenken twee warme dekens op en nog wat media aandacht in krant en tijdschrift.

Titel: Vorstenhuizen, koningshuis Nederland. In 1937 is het 50 jaar geleden dat de heer Anton Kabelaar het rijtuig met daarin koningin-regentes Emma en haar 7-jarige dochter Wilhelmina tot stoppen dwingt, nadat de paarden op hol waren geslagen. Foto: het huis van de heer Kabelaar in Den Haag. Ter gelegenheid van dit jubileum ontvangt hij - hij verkeert in zeer armoedige omstandigheden - een tweetal dekens. Maker: fotograaf: Fotograaf onbekend Trefwoord: Den Haag (locatie) Emma, koningin-regentes (persoon) Kabelaar, Antoon (persoon) Koninklijke familie Nederland (locatie) ongeluk redding Wilhelmina prinses (persoon) Verv.jaar: 1937 Bron: [SFA022821348], Het Leven, Spaarnestad Photo Copyright: Voor meer informatie: Spaarnestad Photo

Hij krijgt op die memorabele 19de februari naast de dekens ook nog wat feestelijk bezoek.

umi1499

Vol trots laat hij die dag nog zijn horloge zien, tijdens een schamele lunch.

umi1465

Het afscheid

Bijna vier maanden later op 14 juni tikt het horloge ongetwijfeld nog wel, maar het hart van Antonie Kabelaar is voorgoed stil komen te staan. Op 16 juni 1937 wordt zijn lichaam aan de aarde toevertrouwd op de algemene begraafplaats. Antonie is 76 jaar geworden. De door hem geredde Koningin Emma is hem op 20 maart 1934 voorgegaan en Koningin Wilhelmina volgde hem op 28 november 1962.  Het sterfhuis van Antonie, een pand met een lijstgevel uit de 17e eeuw,  bestaat nog steeds, het heeft de status van gemeentelijk monument in een beschermd stadsgezicht Centrum.

umi1501

Begrafenis Antonie Kabelaar 16 juni 1937

 

Bronnen, 
diverse couranten waaronder de Haagsche Courant, 
foto materiaal Spaarnestad, Haagse Beeldbank, Rijksmuseum.