Kleuterschool

kleuterschool de Korenbloem

Levenslessen. Je leert ze overal en altijd. Soms herken je ze eerst niet. Doen ze alleen maar pijn. Later als je om je heen kijkt ben je blij om dat pijnmoment. Het voorkomt je tweede keer, ofwel het struikelen over dezelfde steen, dat eigenlijk alleen voor ezels is weggelegd. Overal en altijd levenslessen, Ze zijn er altijd, eigenlijk al vanaf de wieg, maar je geheugen werkte toen  nog niet zo goed. Dat komt pas later. Vanaf heel jong maak je dingen mee, en voor zover je ze kunt herinneren, duurt het soms nog jaren voor je ze op waarde weet te schatten. Van mijn eigen leven kan ik mij veel herinneren, gelukkig maar. Veel van wat die eerste vijf jaren van mijn leven voorbij kwam, krijgen soms zelfs nu een plaatsje. Ik ben nu wees, mijn vader en moeder zijn er niet meer. Dus ook niet de ondersteuning van hen. Ik moet er nu zelf mee klaar komen. Ik moet de dingen van vroeger nu zelf een plaatsje geven. De ene keer lukt dit beter dan de andere. Er is in ieder geval niemand meer uit die tijd die kan zeggen, zo was het niet, dat denk je maar. Eigenlijk gelukkig maar, want nu worden lijntjes met vroeger niet meer verbroken, verbroken zoal vroeger nog wel eens gebeurde.

De titel die ik deze historie mee geef is kleuterschool. De kleuterschooltijd van mijzelf. Die kleuterschool tijd heeft niet lang geduurd, want ik wilde niet. Als mijn moeder mij vroeg wanneer ik naar school ging zei ik altijd morgen. En morgen werd het nooit. Er was altijd een andere morgen. Misschien verzet ik me daardoor wel tegen partijprogramma’s politieke visies en convenanten met morgen. Morgen wordt het beter, werken aan morgen. Helaas, morgen wordt het nooit. Altijd is het vandaag en gisteren en hoe ouder je wordt hoe langer gisteren is geworden.

klaslokaal Keluterschool de Korenbloem

Daarom heb ik het over gisteren, gisteren toen ik op de kleuterschool zat. Kleuterschool de Korenbloem in de Douwes Dekkerstraat in Den Haag. De naam van de kleuterjuffrouw is mij ontschoten, het was iets met huis. Huizinga of zo. Slechts een half jaar heb ik op de kleuterschool gezeten, toen was ik al oud genoeg om naar de “grote school” te gaan en echt te leren. Op de kleuterschool was het voornamelijk spelen. Spelen en knutselen. Ik weet nog hoe ik het in 1959 geweldig vond, al is het maar een keer voorgekomen, om achter de schildersezel te zitten. Als kind tekende je veel. Tekenen op de grond, tekenen aan de tafel, maar op de kleuterschool was tekenen geweldig. Met waterverf achter een schildersezel. Je werk verticaal voor je, ik vond het geweldig. Net als puzzels, houten puzzels, de speelhoek en mamma die je na school stond op te wachten bij het hekje. Als het mooi weer was, was het buiten spelen geblazen. Buiten in de zandbak, waar op andere momenten een groot net overheen hing tegen de katten en ander gedierte. Of spelen met dingen, dingen die waren opgesloten in het huisje op het speelterrein.

Een extra rondje

En zo komen we bij een van mijn eerste levenslessen. Het was mooi weer die dag in 1959. Tijd om lekker buiten te spelen. De juffrouw (Huismans of Huizinga) verdeelde het speelgoed tussen de kinderen. Maar er was niet genoeg voor alle kinderen. Je moest samen doen, eerlijk samen spelen. Een jongetje en ik kregen een fietsje.  Een fietsje waar we om de beurt op moesten rijden. Weet je wat ,zei het jongetje ik ga eerst een rondje om het speelplein rijden en als ik terug kom mag jij. Wachten duurde lang in de zon. Eindelijk was zijn rondje voorbij. Weet je wat ,zei hij, ik ga nog een rondje en dan mag jij straks twee rondjes. Twee rondjes wouw, nou dat wilde ik ook wel en dus begon het geduldig wachten op de tweede keer dat hij terug kwam. Toen hij terug kwam, u raadt het al, ik destijds nog niet. Weet je wat, zei hij, ik ga nog een rondje en dan mag jij straks drie rondjes. Wouw, drie rondjes, daar kon je mee thuis komen, ik wilde heel graag fietsen, maar hij was er al weer vandoor.  Dan maar drie rondjes straks. Weer wachten, wachten in de zon, wachten terwijl ik zo graag wilde fietsen.  Wachten, wachten en toen ging het fluitje van de juf. Alle speelapparaten moesten weer worden ingeleverd.
Ingeleverd? Ik moest nog 3 rondjes. Volgende keer dan maar, zei de juf, maar de volgende keer moet eerlijk gezegd na 52 jaar nog steeds komen. En dat was mijn eerste levensles die ik mij herinner. Wel een mooie trouwens.

Kleuterschool de Korenbloem

Om mij heen zie ik veel mensen die, die les nooit gehad hebben. Ze beleggen en investeren er lustig op los, met hulp van anderen die ze gouden bergen beloven. Niet zelden eindigen ze met niets. Dan is het huilen. En niet alleen mensen als u en ik, ook overheden en instellingen tuimelen in de val. Icesave, derivaten, faillissementen en wat al niet meer. Ik niet want ik heb mijn lesje destijds wel geleerd. Ik niet? Nou wacht even, soms kun je, je niet uit het spelletje onttrekken. Dan moet je meedoen met de nadruk op moet. Je kunt er niet veel aan doen. Je werkgever doet het voor jou. Hij keert niet meer je gehele salaris uit maar houdt wat achter. AOW, premie en pensioenpremie heet dat. Gokken maar met met zekerheid. Nu betalen voor een Aow-tje en een pensioentje omdat het van je AOW alleen geen vetpot is. Anderen hebben voor je nagedacht. Ik heb veel liever het geld nu, want dan kan ik er nu wat mee doen. Maar nee hoor, dat mag niet. Steeds wordt de zekerheid je voor gehouden, voor straks als het minder is, voor na je 65ste. Nou, ik ben nu 57jaar . 65  jaar  is inmiddels al 67 jaar geworden en hoe dichter ik de 65 jaar nader hoe reëler de kans, dat ook 67 jaar weer wat  wordt opgeschoven.

Het lijkt wel wat op het speelkwartiertje van toen. Nog een rondje en dan mag jij er straks twee. Misschien wel net zo lang, tot de bel weer klinkt. Klinkt voor de laatste keer. De laatste bel, de levensbel. Alleen AOW?? Neen ook het pensioentje doet lekker mee. Ondanks alle breuken door nieuwe banen in andere sectoren ligt er nog wat in het verschiet. Maar ook de pensioenen staan onder druk. Indexeringen worden vooruitgeschoven, teruggang naar minder is niet onwaarschijnlijk. De schuldige is ook bekend, de vergrijzing. Vergrijzing? Het aantal Nederlanders is sinds 1926 zo’n beetje verdubbeld, maar ja het zal wel. Vanaf mijn eerste pensioenpremie betaling heb ik altijd gedacht, dat is weg, kwijt en komt nooit meer terug. Zo waar, ik begin nog gelijk te krijgen ook. Het is net als met dat fietsje.

Voor je het weet klinkt de bel en heb je niets, helemaal niets.   

 

Foto”s Gemeentearchief Den Haag

Comments are closed.